Wel stress

In het vorige verhaal schreef ik dat een herder zelden of nooit stress heeft. We zijn een week verder en wat gebeurt er? Ik loop tierend door de stal!

Het volgende is mij overkomen. Even voor de beeldvorming: er is een weiland vóór de stal en er is een weiland áchter de stal.
Bij de stal is ook nog een soort binnenplaats met betonplaten en afgezet met hekken. Hierin bevindt zich ook nog een soort fuik, met aan het einde een draaideurtje waardoor de schapen die door de fuik lopen, bij de draaideur naar links of naar rechts gestuurd kunnen worden, zodat er een scheiding van schapen kan plaats vinden.

Als voorbeeld: alle schapen sturen we met de hond naar de binnenplaats, alle schapen gaan door de fuik, moeders en de jonge ooitjes (meisjes) gaan door de fuik bij de draaideur naar links (de wei in) en de jonge rammen gaan naar rechts en gaan naar de stal, waar ze later op die dag opgehaald worden door de veeboer om ze naar bv de kinderboerderij te brengen.
Tot zo ver.

Nu de beginsituatie van een stressvolle namiddag: op het weiland áchter de stal lopen 19 jonge ooien, die dit jaar absoluut niet gedekt mogen worden.
Ik heb de grote kudde opgehaald vanuit Schiedam en plaats de groep op het weiland vóór de stal.
Beide groepen zijn gescheiden door de stal en een dubbele rij flexnetten waar stroom op staat.

Ik krijg deze middag een een groep HAVO/VWO 5 leerlingen uit Delft, een groep pubers die zeer geïnteresseerd zijn. Vooraf wordt in de hooiberg een lezing gehouden over autisme. Een deskundige vertelt over autisme en er worden vele interessante vragen gesteld.

Daarna ga ik met deze groep jongeren met de kudde op stap. De kudde wordt vanuit het weiland vóór de stal over de dam meegenomen, het recreatiegebied in. Ik leer de jongelui rustig het “hoeden van schapen”. “Rustig blijven. Denk als een hond en doe als een hond!” geef ik ze mee. En ja hoor binnen een kwartier is het resultaat goed te zien. Dat komt door goede onderlinge afspraken en door goed te communiceren.

Bij de grote kudde lopen ook nog drie dekrammen met een dekblok om. Kinderen uit de stad weten meestal niet wat dat dekblok inhoudt en waar die kleuren op de ruggen van de schapen vandaan komen. Dit is dan voor een herder een dankbaar onderwerp, want dan zijn deze pubers/adolescenten “een en al oor”.

Aan het einde van de demo komt het autisme aan de orde. Ik laat de leerlingen ervaren wat ik kan doen met autistische kinderen. “De wet van Pavlov” = klassieke conditionering. Leg ik uit. De leider van de kudde, zijn naam is JAMES (oormerk nummer 007) lok ik met een zakje biks en langzaam lopen alle andere schapen achter JAMES aan. Ik loop een stuk door en ik krijg de hele kudde achter mij, uuhhh, achter JAMES aan.

“Kijk,” zeg ik, “Dit laat ik dan ook een autisch jongetje nadoen. Hij mag dan de hele kudde meenemen, met dat zakje biks en dat geeft een prachtig gevoel voor zo’n ventje!” “Wie van jullie zou dit eens willen proberen?” vraag ik aan de groep. Prompt biedt een jongen met de naam Victor, zijn diensten aan en hij gaat op pad met een zakje biks… met James daarachter en…. nog eens 140 ooien waarvan de meeste met een kleurtje en tot slot de drie dekrammen. Tja, die willen daar wel bij blijven.

Een prachtig gezicht! Een lang lint van wel 150 meter schaap en Victor, met z’n zakkie helemaal voorop. Hij loopt over de dam naar weiland vóór de stal, de overige leerlingen lopen achter de kudde en functioneren nog steeds als “hond” en zo komt de kudde in alle rust, zonder stress op het weiland. Victor heeft de smaak te pakken en loopt door naar de stal, de harde wind en de afstand zorgen er voor dat mijn aanwijzingen Victor niet meer bereiken.

Victor is helemaal in zijn element, hij loopt door en brengt de kudde op de binnenplaats bij de stal. Eigenlijk wil ik de kudde vóór de binnenplaats hebben en niet in de stal, maar goed, het is allemaal prima verlopen en de leerlingen hebben veel geleerd.
We lopen nog even naar de hooiberg en kort evalueren we samen deze middag. Victor heeft een topmiddag gehad en de kids begrijpen nu wat dit zou kunnen betekenen voor een autistisch kind als hij/zij ook zo met een zakje biks mag lopen voor de kudde uit.

We nemen afscheid en ik loop terug naar de kudde bij de stal… Holy, holy holy, schapenstront!!!!!! Ik zie in één klap dat er iets goed fout is gegaan! De schapen van de grote kudde lopen op het weiland áchter de stal! “Hoe kan dat,… hoe kan dat?” denk ik snel, ik ren door de stal en ik zie dat de schapen aan de achterkant van de stal een deur/ hek hebben opengeduwd.

Normaal gesproken moet dat vastzitten met een touw, maar dat was blijkbaar nu niet het geval. In de verte zie ik de 19 jonge ooien, die absoluut niet gedekt mogen worden, naar de kudde toelopen. Ik schreeuw naar Kita (herder met stress, is niet goed te praten, maar het gebeurt..) en zij moet de jonge ooien op afstand houden, maar gelijkertijd moet ze ook de grote kudde weer in de stal zien te krijgen.
Voor één hond een zeer lastige opgave. Ik loop te tieren en te stressen en tja, die hond doet ook alleen maar haar best en… het gaat dus niet meer lukken.
De 19 jonge ooien sluiten aan bij de grote kudde en het kwaad is geschied! Ik (Kita) drijf de hele kudde de stal in, naar de buitenplaats, afgezet met hekken.
“Géén seks, géén seks” is het enige wat ik nog denk. Haastig ga ik op zoek naar de drie dekrammen, “Zolang ze met de vier poten op de grond blijven is het nog te redden”, denk ik. Er ontstaat een heuse klopjacht, ik grijp één voor één de dekrammen, til ze op en zet ze over het hek en zet ze in het weiland.

Ge-luk-kig… Er heeft geen dekking plaats gevonden! Hèhè, even bij komen… “Holy schapenstront, wat zij die rammen zwaar, vanavond geen sportschool maar lekker op de bank.” denk ik na hijgend.

Maar nu de volgende opgave: hoe krijg ik die 19 jonge ooien weer terug op het weiland áchter de stal?

Er is maar één oplossing: alle dieren door de fuik met aan het einde de draaideur.

Ik weet dat de 19 jonge ooien een langwerpig oormerk hebben en de overige dieren hebben een vierkant oormerk. Ga er maar aan staan: alle dieren door de fuik, normaal gesproken doen we dit met twee of drie man, maar nu sta ik er alleen voor.

De grootste stress is inmiddels verdwenen, de dekrammen staan in de wei, nu rustig blijven en gewoon beginnen met dit monnikenwerk, schaap voor schaap de fuik in, fuik sluiten, kijken naar het oormerk en dan doorlopen naar de draaideur, links de wei in, of… schaap met langwerpig oormerk rechts de stal in…
Eindelijk… na 1,5 uur ben ik klaar. De groepen zijn gescheiden. De grote kudde op het weiland vóór de stal en de 19 jonge ooien op het weiland áchter de stal. Ik veeg het zweet van mijn voorhoofd, voor de zekerheid tel ik nog even het aantal jonge ooien, want als het er minder zijn dan 19, dan ben ik er één vergeten en dan moet ik opnieuw beginnen… 17… 18… 19… hè? …20… 21? 22..?

Nog een keer tellen… ja hoor er staan 22 jonge ooien op het weiland achter de stal!

Ik ga naar huis! In het weekend komt boer Aad weer terug van vakantie en dan hoor ik wel hoe dit kan.

Wat een stress!!! Holy schapenstront!

Maar het belangrijkste is… de jonge ooien zijn niet gedekt. 

Tja, dit ging goed… foto: Jeannemieke Hectors