Stress?

Heeft een herder wel eens stress? Zelden. Als je week in, week uit met de kudde loopt, word je vanzelf wel rustig(-er).

Ja, vijf jaar geleden toen ik begon als herder, was ik nog een groentje en kwam toen in een hele nieuwe wereld. Ik kwam regelmatig in een benarde situatie waarvan ik dacht: “Hoe moet ik dit in hemelsnaam oplossen?” In de loop der jaren leer je hoe de kudde gaat reageren en je weet wat jouw hond wel en niet kan. En ALS er iets fout gaat dan heb ik wel geleerd dat in paniek raken het alleen maar erger maakt.
Hoe rustiger mijn reactie is, hoe rustiger de hond is en dus ook de schapen.
Ik heb zelden of nooit stress bij de kudde, zelfs niet als 10 fietsers toekijken hoe het door hun toe doen fout gaat met de kudde…

Ik loop over de Woudweg en dan kom ik af en toe wat verkeer tegen: een automobilist, een tractor en soms ook een groepje van 10 racefietsers. Deze groep wordt dan gedwongen om te remmen en even af te stappen, want de kudde neemt de totale breedte van de weg in beslag.

Één van de fietsers vindt het nodig om sissende geluiden te maken naar de schapen en met zijn armen te gaan zwaaien. Gevolg: stress in de kudde en één schaap schrikt zo erg dat het pardoes in de sloot naast de Woudweg sprint en paniek naar de overkant zwemt. Het komt vermoeid bij de kant aan en heeft niet meer de kracht om zelf op de kant te klimmen. Enkel haar kop is nog boven water.

I.p.v. deze groep racefietsers vermanend toe te spreken (op dit moment kost dat alleen maar tijd en de kudde loopt door over de Woudweg), klim ik snel over een hek op een dam, zodat ik aan de andere kant van de sloot kan komen. Daar aangekomen sta ik half in de slootkant half in het water en ik probeer het schaap met zijn voorpoten op de kant te zetten, zodat het zelf omhoog kan krabbelen.

Ik grijp de ooi bij haar nekvel en met een grote krachtinspanning weet ik het schaap op de kant te krijgen. Aan de overkant staan 10 fietsers mij aan te kijken, met een gezicht van: “Tja, dit is heel vervelend, dit was niet de bedoeling…” Vervolgens loop ik nahijgend naar het hek op de dam, roep mijn hond en ik probeer het schaap naar het hek te krijgen. 
Aan de overkant staan die 10 fietsers die denken: “Hoe krijg je straks dat schaap over het hek?” “Tjaaaa, eikels,” denk ik dan weer: “door het hek gewoon open te maken!”
Niemand steekt een poot uit en ik maak het hek op de dam los en draai het open. Inmiddels heeft hond Kita het geschrokken schaap opgehaald en richting het hek gebracht. De kudde is inmiddels al 100 meter doorgelopen.
Met een beetje geluk hoort/ ziet het geschrokken schaap de kudde nog en wil dit schaap door het kuddegevoel zo snel mogelijk aansluiten bij de kudde.
Zij moet wel eerst over de dam en dus niet evenwijdig aan de Woudweg langs de sloot aan de verkeerde kant naar de kudde gaan lopen. In een flits zie ik dit probleem en ik weet Kita nog net op tijd via een boog 5 meter schuin voor de dam te krijgen met een commando.

De hond ligt roerloos in het gras, het schaap komt aangerend, ziet zijn “vijand” en besluit direct rechtsaf over de dam te sprinten, want rechtdoor is nu voor een schaap geen optie en zo sluit het schaap gelukkig aan bij de kudde.

Inmiddels staan de fietsers aan de grond genageld met hun bek wijd open te kijken hoe dit tafereel zich binnen 5 minuten afspeelt. Ik heb sterk de neiging om enkele cynische opmerkingen te maken naar deze groep. Maar och, wat heeft het voor zin? Geen tijd voor verwensingen, vermaningen of discussies, want de kudde wacht niet.
Ik sluit het hek en zeg enkel: “Zo, probleem is opgelost.” en zet met een flinke pas, samen met de hond Kita de achtervolging in, de groep fietsers verbouwereerd achterlatend. Ik sluit aan bij de kudde.
Er gebeurt verder niets bijzonders tijdens de resterende tocht. Een wandelaar maakt enkele foto’s van de kudde, wat verder probeert een kind een schaap nog te aaien en ik zie een hondeneigenaar luidruchtig in “gesprek” gaan met zijn eigen hondje dat overenthousiast aan zijn riempje trekt.

‘s Avonds thuisgekomen denk ik nog even terug aan de groep fietsers. Hoe zouden ze naar elkaar gereageerd hebben, naar huis fietsend? “Lachen man, die herder moest tot zijn knieën toe het water in om dat schaap te redden!” of… “Hadden we die herder niet even moeten helpen? Dat schaap verzoop bijna.”

Ik ga maar uit van het laatste… want… Ze stonden van de STRESS aan de grond genageld…

Tja… het zijn geen herders, hè?

ultiem kuddegevoel: met zijn allen achter een kat aan! foto: Jeannemieke Hectors