Dit is natuurlijk een rare vraag, maar ik kom erop omdat ik aan het begin van het nieuwe jaar alle mails, notulen en foto’s van 2014 even wil ordenen, zodat ik 2015 met een schone lei kan beginnen.
Regelmatig komt er een schoolklas bij de kudde ter educatie. Je kent ze wel: een klas uit de binnenstad, kids zitten hele dagen aan de computer of voor een groot flatscreen en spelen misschien een paar keer week op een Johan Cruyff Court, gemarkeerd door hoge hekken (anders rolt de bal op de tramrails of de honden kunnen vrij op de middenstip een drol draaien).
De kids hebben één keer per maand een les over natuur en 2x per jaar gaan ze de stad uit. Als ze mazzel hebben kan er nog een bus gehuurd worden en rijden ze naar Drievliet of heel misschien naar de Efteling en één keer per jaar mogen de kids naar de natuur: naar de dierentuin, een bijen imker of… naar de schaapskudde.
Vreemd, maar ik besef dan pas dat deze stadskinderen niet weten wat een “kudde” is. Ze hebben wel eens een schaap gezien op de kinderboerderij, maar dat was er meestal maar één.
Het is voorjaar 2014, ik loop met de kudde en alle lammetjes in de polder, het zijn circa 400 dieren. Een geweldige imponerende ervaring voor kinderen die dit nog nooit mee gemaakt hebben.
De kids kijken hun ogen uit en vinden het geweldig wat het hondje allemaal kan. Ik doe de spannende uitleg van de hond: de hond stamt af van de wolf en de schapen zijn bang van een wolf, daarom beweegt de kudde.
De kinderen vinden het geweldig als ik na de commando’s over ga op fluitsignalen. Eén kind merkt op: “Het lijkt net of de herder met een joystick werkt, want het hondje doet precies wat de herder wil met het fluitje”.
Na een uurtje zijn de kinderen aan de massaliteit van de kudde gewend en dan komen de vragen over het hondje, over wat schapen eten, waar de schapen slapen? Of… “Kunnen schapen zwemmen?” “Ja,” antwoord ik dan,“Als een schaap van de brug valt en dat gebeurt nogal eens, dan zwemt hij naar de kant en dan trek ik het schaap uit de sloot.”
Met grote ogen kijken de kinderen en de juffrouw mij aan. “Kunnen schapen vliegen?” is de volgende vraag. De juffrouw begint te lachen, maar de kinderen niet, want ze weten het tegenwoordig gewoon niet met al die games en animatiefilmpjes; de kinderen worden zo vaak voor de gek gehouden. Ik kijk de juffrouw een beetje boos aan en vervolgens geef ik kort antwoord aan de kinderen.
“Ja, soms als ze bang zijn, kunnen schapen vliegen.”