Kleren maken de man!

Het is winter en ik loop op een zondagochtend al vroeg met de kudde in de polder, de handen in de zakken van mijn lange herdersjas en de kraag hoog opgestoken. Ik heb mijn thermolaarzen aan en mijn onafscheidelijke hoed op. Het weer heeft nauwelijks invloed op me.

In de verte zie ik een jonge vrouw met kindje aan komen wandelen. Ze zwaait gemoedelijk naar me en ik zwaai terug. Ze loopt van het wandelpad af en komt mij tegemoet door het zompige gras. Ze zegt dan tegen haar dochtertje van ongeveer 5 jaar: “Ga maar aan de herder vragen of je het hondje mag aaien.”
Natuurlijk vind ik dat goed want ik vind het altijd leuk als mensen belangstelling tonen voor de hond of de schapen. Er volgt een kort praatje en we nemen met een glimlach afscheid. “Dag herder…” “Dag mevrouw, een fijne zondag nog…”

4 jaar geleden ben ik begonnen als herder en heb toen al vrij snel bewust gekozen voor “herderskleding”: lange jas, hoed en herdersstaf. Duidelijk voor iedereen, geen twijfel mogelijk!

Het is inmiddels 10.30 uur en ik zet de schapen even achter de netten. Ik heb afgesproken met een paar nieuwe herders op de boerderij. We drinken koffie in de herdershut en we bespreken onze nieuwe plannen om na de lammertijd op de zondagen met de kudde te gaan lopen.

We krijgen dan duidelijk een publieksfunctie, een mooi plaatje in de polder… nostalgie en misschien wel het visitekaartje van Midden Delfland? Wie weet?
Na de vergadering springen we op de fiets om het gehele gebied te verkennen, want de nieuwe herders moeten wel weten waar wel en waar niet gelopen mag worden.
We fietsen door het gebied en ik zie verschillende keren recreanten om kijken en mij nastaren. Ik sta er op dat moment niet zo bij stil, maar het roept inderdaad een beetje een vreemd beeld op. Ik fiets daar op een mountainbike met een lange jas en hoed op en een paar honden voor mij uit. Dit keer geen glimlachende jonge vrouw, die mij toezwaait maar opengesperde monden en vragende ogen: “Wat doet die vent met zijn lange jas op een mountainbike? Of … is ie z’n schapen misschien kwijt?”
Oké, geen tijd om alles uit te leggen, we verkennen het hele gebied en in de middag nemen we afscheid van elkaar met het gevoel: dat wordt een mooie periode, we gaan ervoor!
De rest van de middag loop ik weer alleen met de kudde en word menigmaal als herder aangesproken.

Het begint al te schemeren als ik bij mijn auto ben, de honden zijn vies en nat en gaan dus nu achter in de bus in de bench. Ik rij weg uit de polder en besef dat ik wel erg lang weggebleven ben op deze zondag. Ik bel vlug het thuisfront en zeg tegen vrouwlief: “Verrassing! Ik zorg voor het eten vanavond!”

Het is inmiddels warm in de auto en ik open de rits van mijn lange herdersjas. In Naaldwijk parkeer ik de bus en loop door de inmiddels donkere straten om ergens een pizza te scoren. Het is koud, mijn hoed diep over mijn ogen en mijn handen diep in mijn zakken van de open herdersjas. “Rits dicht, anders vat je kou,” zegt een stemmetje in mijn hoofd, “Joh, zeur niet, ben zo thuis,” denk ik terug. Ik kijk wat om mij heen en ik zie een vrouw op mij afkomen, maar ze steekt over.
Hè, verdorie, waar zat nou ook alweer die pizzaboer?
Toch maar even vragen, helaas niemand te zien. Ik sla rechts af en kom in een steegje, daar zie ik 2 meiden giechelen. Ik wil ze aanspreken, maar plotseling slaken zij een kreet en rennen weg. Ik snap er niets van. Gelukkig na 5 min vind ik die pizzaboer. Het is druk bij de balie, maar…. er staat niemand naast mij…. Met een pizzadoos stap ik iets later mijn auto in en laat de dag nog even passeren alvorens ik mijn vrouw verwen met een lauwe quattro formaggi.

“Vreemd,” denk ik, “Ik heb de hele dag dezelfde spijkerbroek, hoed en lange jas aangehad maar ik heb mij vandaag toch 3 keer anders gevoeld.” 

Kleren maken de man… of toch niet?

foto: Jeannemieke Hectors

What’s in a name

Het is eind november 2014, koud guur weer en weinig volk in de polder. Ik sta met mijn kudde aan de Woudweg en buurman boer Aad komt op een trekker (voor de stadmensen: traktor) langs rijden. Hij stopt en is in voor een praatje.
Weer of geen weer, Aad heeft altijd een goede zin. Ik krijg bij hem vaak een “wij-gevoel”. Samen delen we polder, zijn altijd met de dieren in de weer en het weer houdt ons nooit tegen. Noeste werkers dus, al moet ik wel bekennen dat ik niet veel doe. Het is hond Kita die het werk verricht. Maar het idee dat ik een noeste werker zou zijn spreekt mij erg aan!

Boer Aad vertelt boven het lawaai van de trekker uit, een leuke anekdote. “Hebbie nog die vrouw Annie gezien, die met die grote en kleine hond?” vraagt hij. “Ja, ik zag wel iemand wandelen, maar wat is daarmee?” vraag ik.
“Nou, dat zit zo.” vervolgt hij, “Dat vrouwtje woont in dat huis daarginter en zij houw alles een beetje in de gate. In het voorjaar belde ze me op en vertelde dat een koe bij haar achter op ut land zo raar deed.”
Ik er naar toe op mijn quad, was dat beessie aan het kalven zeg, maar het ging goed! Moes nog wel knap mijn best doen, maar alles goed gekomme. Nou moet elk kalf bij mij wel effe een naam hebbu, dus ik vraag aan dat vrouwtje: hoe heet je, vrouwtje?”

“Annie,” zei ze. “Nou, dan heet dit kalfje voortaan Annie, Annie 1, want ik ben je erg dankbaar dat je gebeld hebt, want anders was het wellicht fout gegaan.”
Ik vind het een mooi verhaal en ik steek mijn hand op als groet, Aad grijnst, steekt z’n klauw op en geeft gas.

Het toeval wil dat ik een week later deze vrouw in de polder tegenkom. Het is regenachtig en ik heb de hele ochtend nog niemand gesproken. De vrouw loopt de kudde tegemoet, voor haar een grote hond en pal er achter een klein keffertje.
Ik loop even naar haar toe en zegt tegen haar: “Klopt het dat u naar een koe vernoemd bent?” En terwijl ik dat zeg, besef ik, dat dit nu niet de meeste succesvolle openingszin is, als je een vrouw voor het eerst ontmoet. Ze kijkt mij vragend aan. Snel corrigeer ik mijzelf en vraagt met een glimlach: “Of is er een koe naar u genoemd?”

Het ijs is gebroken en de anekdote van boer Aad wordt nogmaals herhaald. Daar staan we dan, in de regen, de schapen grazen met de kont in de wind en haar honden en mijn hond wachtend op wat komen gaat, want… het is ten slotte “hondenweer.”
Tijdens het gesprek zie ik opeens een papegaai op haar onderarm zitten, zonder touwtje of ketting en ik stel geïnteresseerd enkele vragen over de papegaai. De vogel gaat altijd mee als de honden uitgelaten worden en ze vliegt nooit weg.

Ik vind het heel bijzonder. We nemen afscheid en zij vervolgt haar weg over het wandelpad, met de grote hond, met daarachter het keffertje en op haar horizontaal gehouden onderarm de papegaai. Ik kijk haar na… Zomaar een ontmoeting in de polder, en toch vind ik zulke gesprekken mooi. In de verte verdwijnt ze achter de bosjes. Ik heb haar daarna nooit meer gezien.

Haar naam is Annie, nee niet Annie 1, dat is weer een andere… maar die heeft geen papegaai.

Onrust in de kudde

Soms is het jammer dat schapen niet kunnen praten. Onze kudde loopt in een recreatiegebied en komt dus veel in aanraking met mensen en vangt dus veel op wat mensen onderling tegen elkaar zeggen en bespreken. Maar wat blijft er hangen? Ik ben pas 4 jaar herder en ik begrijp ze niet altijd, maar door goed naar de lichaamstaal van de schapen te kijken leer ik ze steeds beter kennen.

Zo ook deze dag. Coördinator Aad belt mij op dat er een dag eerder een probleem in de kudde is geweest. Een loslopende hond was over de sloot gesprongen bij Holy, Vlaardingen. Daar stonden de schapen in de “nachtwei”. De eigenaar had geen controle meer over zijn hond en er was grote paniek in de kudde. Diverse dieren in de sloot! Gebeurt wel eens meer, maar nu zijn alle schapen drachtig en stress en angst kunnen vervelende gevolgen hebben voor het ongeboren lam. Een hoop gedoe: brandweer en dierenambulance erbij en redden wat er te redden valt. Gelukkig geen dode dieren, maar toch…

Beheerder Aad: “Breng ze maar naar de boerderij, dan zetten we ze bij de rest.” Het is bijna lammertijd, de meeste schapen zijn al op de boerderij, maar dit koppel in Holy is later “uitgerekend.” Het koppel mocht ook door het zachte winterweer nog wat langer buiten blijven.

Ik haal de kleine kudde, pakweg 50 dieren, en wil aan een rustige tocht beginnen, maar ik zie het direct: de dieren zijn onrustig, rennen meer en reageren veel angstiger naar mijn hond toe dan normaal.
Ik laat hond Kita meer op afstand werken zodat er wat meer rust ontstaat. Na een kleine twee uur zijn we in de buurt van de boerderij. Ik neem een korte pauze, drink een bakkie koffie en zit op mijn kruk naar de beesten te kijken. Maar… nog steeds die onrust. Kita ligt naast mij, dus dat is niet de boosdoener. Op een afstandje bekijk ik de beesten stuk voor stuk.

Niet ver van mij vandaan staat nummer 39, de leider van de kudde, de enige ram in de kudde. Ruim 8 jaar oud en is de rust zelve. Het is maar de vraag hoelang hij nog mee kan met de kudde. Zijn opvolger heb ik het afgelopen jaar al getraind, want als nummer 39 naar een rustoord gaat, dan moet/ wil ik een nieuwe leider hebben bij de kudde.
Het is een ooi met het nummer 007, een groot wit schaap met leiderschapscapaciteiten. Het hoeft niet altijd een ram te zijn, hoor, veel mensen denken dat. Het kan ook een ooi zijn. Een beetje een kromme vergelijking maar… Neelie Smit Kroes of Angela Merkel hebben ook hun sporen verdiend…
Opvolger 007, ik noem haar James Bond, staat onrustig met haar kont tegen een boom te schuren, doen schapen wel meer als ze juk hebben. Ook de andere schapen, staan dicht op elkaar, vreten niet, maar ze herkauwen ook niet! Ze blijven onrustig.
Ik rammel wat met een plastic zakje met biks en 39 komt direct naar mij toe. Ik geef hem wat en… (dit vindt u misschien vreemd, maar ik ben moederziel alleen in de polder) ik vraag hem op de man af: “ Nummer 39, wat is er nu eigenlijk precies aan de hand?”
Hij haalt zijn schouders op en drentelt weer verder… Ik kijk weer naar de andere dieren, allen zijn wit, met een kleurtje op hun kont… nou ja… wit? Het is niet echt wit, het zijn verschillende nuances, de een is wat bruiner, de ander heeft een zwarte kop, de derde heeft enkel bruine poten… de kudde is wit maar de beesten zijn toch zo divers, ik tel de kleuren 45, 50… ik tel wel 50 verschillende kleuren wit.

Ik zie… 50 tinten wit… Nee toch… het zal toch niet waar zijn!!!?

Ik sta op en loop langzaam naar James Bond (nummer 007) kijk haar indringend recht in de ogen aan, kijk snel om mij heen. Geen mens te zien, dus ik stel haar snel zachtjes de vraag: “Is het die film???”

James blijft mij aankijken, blèrt niet terug, maar ik zie in haar ogen het antwoord:
“Boek was beter, zat een rauw randje aan..!”

De Blues

Er ligt een witte deken over de weilanden en een dun vliesje ijs op de sloten. Ik ben dit keer een rondje aan het rijden op mijn mountainbike en kom zo langs verschillende plekken waar schapen staan. Er is een heerlijk zonnetje, weinig wind, genieten! Heerlijk buiten! Eerst naar de Wateringseweg, ruim 100 schapen, de Westlandse schaapskudde, daarna naar Midden-Delfland, de kudde van Vockestaert (145 schapen) en tot slot bij de Hooiberg in ‘t Woudt. 5 Drenten staan hier, niet veel, maar het is een begin. Ik doe een bakkie, maak een praatje met eigenaar Jos en dan snel naar huis, want… vanmiddag om 13.00 uur is er de pre-Wollebrandcross voor circa 170 basisschoolkinderen.

Maar om 12.00 uur krijg ik een telefoontje. “Gezien de erbarmelijke weersomstandigheden blazen de scholen het af.” Met ongeloof hoor ik het aan en zak verbouwereerd in een stoel. De Wollebrandcross is een evenement dat geld genereert voor het goede doel: kansarme en zieke kinderen worden hierdoor prachtig geholpen.

Het is goed dat ook basisschoolkinderen hiermee geconfronteerd worden en daarnaast is het prima met de winterse kou lekker buiten te sporten! Maar nee hoor, het gaat niet door! Ik zie het al voor me: waarschijnlijk hebben een paar van die “appende-moeders” elkaar op lopen hitsen en beklag gedaan bij de directie. De directie kiest eieren voor zijn geld en last het af.

De kinderen zijn natuurlijk de pineut, want die willen wel. Kids krijgen nu extra de tijd om die moderne rekentoetsen te gaan oefenen of misschien wordt wel weer een YouTube-filmpje opgezet die ze al 3 x gezien hebben. Dit ter compensatie van al het gemis. Belachelijk! Vroeger zou ik in gesprek gegaan zijn met zo’n directeur of met die “app-moeders”, die het allemaal in het belang van het kind doen, maar nu… ach laat maar, ik ben nu 60 jaar, ik ga wel naar mijn kudde.

In mijn pubertijd heb ik een traumatische ervaring tijdens de muziekles opgelopen. Ik was 13 jaar en moest solo voor zingen voor de klas voor een cijfer. Er werd gegniffeld, ook door het meisje waar ik verliefd op was (is dus ook nooit wat geworden).
Ik zakte door de grond en nam mij voor om nooit, maar dan ook nooit meer iets te doen met muziek. Zelfs nu zing ik enkel onder de douche, als ik zeker weet dat vrouw en kinderen niet in het huis zijn. Echt waar!
Nu 47 jaar later heb ik toch een overwinning geboekt. Ik heb een bluesharp (mondharmonica) gekocht. Ik heb mijn eerste les gehad van 30 min en ik ben gelijk de polder ingegaan met mijn schapen en mijn 2 honden!

En ja… ik heb gespeeld, voor publiek… dus voor mijn schapen en mijn 2 honden Spyck en Kita. Ik weet dus nog niets, maar ik jam dan maar een beetje en ik denk dan dat het wel een beetje een ritme heeft. Natuurlijk kijk ik hoe de dieren hierop reageren. De jongste hond Spyck, is nog geen jaar oud en durft natuurlijk de baas geen repliek te geven.
Terwijl ik speel, kijkt Spyck de andere kant op, maar Kita, 7 jaar oud, mijn trouwe maat (wij bespreken alles met elkaar), ik heb nog geen 4 noten geblazen en ik zie haar 4 keer met haar kop schudden en ze kijkt mij aan met vragende ogen: “midlife-crisis?”

Vervolgens komt er één schaap een paar passen naar voren lopen en blijft voor mij staan. Het is nummer 39 , de leider van de kudde, mijn kameraad. Hij houdt zijn kop een beetje schuin, maar blijft voor mij staan! Zou dit schaap het echt mooi vinden? Of is het sociaal verantwoord gedrag? Ik stop even met spelen (nou ja, spelen? Het is meer blazen en zuigen) 39 loopt niet weg… hij blijft staan en kijk mij aan!

En ik word hierdoor gestimuleerd. De klanken schallen over de polders, de vogels vliegen weg, de honden kijken de andere kant op, maar 39 blijft staan… hij blèrt: “I want more” (denk ik).
Voor hem, enkel voor hem… speel ik… de BLUES!!!

Verdraagzaamheid

Een bewoner die aan de rand van Schiedam woont, uitkijkend op onze prachtige polder, mailde mij deze week een foto van de kudde. Inmiddels heb ik meer dan 1000 foto’s van vele bezoekers ontvangen. Gewoon leuk! Maar bij deze speciale foto dacht ik: “Misschien een aanleiding voor een blogverhaal?”

Na de gebeurtenissen in Parijs worden de tv-avonden gevuld met standpunten en vooral de contrasten, het onbegrip voor elkaar, de intolerantie. Diverse scholen/docenten durven de problematiek en de gebeurtenissen in Parijs zelfs niet meer ter discussie te stellen omdat men “eigen schuld” te horen krijgt. Het begrip verdraagzaamheid is niet meer aan de orde.
Ik zie vooralsnog geen oplossing voor dit wereldprobleem, maar mijn moeder zei vroeger altijd: “Verbeter de wereld, maar begin bij jezelf.”

Toen ik 4 jaar geleden begon als herder in de polder, zag ik tientallen hondenbezitters dagelijks hun hond uitlaten op het zandlichaam van de verlengde A4. Pal naast onze boerderij. Het was een Eldorado voor alle honden: geen verkeer, geen opruimplicht en enkel gelijkgestemden.

Na een jaar werd dit zandlichaam afgesloten voor de hondeneigenaren. De aannemer ging met groot materieel aan de slag en begon aan de aanleg van de A4. De grote prachtige zandbak voor alle honden was verleden tijd. Het gevolg hiervan was dat alle hondeneigenaren de polder in gingen om daar hun honden uit te laten, maar… daar liep ik ook met 400 schapen.
Het eerste jaar leverde dat soms een kleine confrontatie op. De hondeneigenaren moesten ineens hun hond aanlijnen, er lagen hier en daar wat schapenkeutels (zijn veel honden gek op) en ik als aankomend herder was toen als de dood dat er een loslopende hond mijn kudde in zou vliegen. Wat ik in deze tijd wel geleerd heb is dat in gesprek gaan met elkaar praktisch altijd beter is dan keihard mijn standpunt verkondigen en kenbaar maken dat IK mijn werk doe en dat ZIJ zich maar aan moeten passen.
Slechts een enkele keer heb ik meegemaakt dat een hondenbezitter weigerde om zijn hond aan te lijnen en schreeuwde dat ik maar moest oprotten met mijn k*tschapen.

Ach, hoe gaat het nu 3 jaar verder? We komen elkaar dagelijks tegen, soms op grote afstand en dan zwaaien we enkel naar elkaar. En andere keren passeren we elkaar op de voet- of fietspaden, we groeten elkaar en maken af en toe een praatje, het is altijd gezellig.
Ik bedank dan de hondenbezitters altijd voor het aanlijnen en de reacties zijn altijd: “Maar natuurlijk, dat is toch normaal?!”
De verlengde A4 is 40 jaar lang tegengehouden, en nu ligt hij daar bijna klaar…
En wij: hondenbezitters, recreanten en herder met schaapskudde? Wij delen de polder en genieten ieder op zijn of haar eigen manier van de prachtige natuur hier in Midden Delfland. Verdraagzaamheid in de polder, gelukkig het is er nog.

Maar de dieren in de polder? Hoe zit het daar dan mee? De reiger, de valk, de buizerd, de snoek? Zij doden enkel om te overleven, niet voor hun geloofsovertuiging. Er zijn vele diersoorten in de polder, ook zij delen met elkaar de polder, elk diersoort gaat zijn eigen weg, ze leven naast en met elkaar… En soms? Soms zie je ook verdraagzaamheid:

Bovenstaande foto van de heer C. Meeder (dank hiervoor) geeft een prachtig beeld van verdraagzaamheid.

Koyunbaba

Zaterdag 17 januari 2014

De zaterdag is niet mijn schapendag, maar ik ben op deze dag toch even in de polder. Ik heb bij de boerderij 8 schapen apart gezet. Dat doe ik om daar een paar keer per week met mijn jonge hond Spyck te trainen. Zo ook deze ochtend. Beheerder Aad heeft mij gevraagd om, als ik toch in de buurt ben, de kudde even te verplaatsen naar een nieuwe nachtwei. Dat kost mij maar een uurtje want de nieuwe wei ligt nog geen 2 km verder.

Het is droog, een paar graden boven nul en er is een schraal zonnetje, ik zie eindelijk weer eens wat mensen in de polder. Ik kom in gesprek met een heer, ook met een hoed (geeft toch meteen een soort binding) en een grote hond. We praten eventjes over de vele regen die we gehad hebben, over onze honden en we vervolgen onze weg.

Ik ga van het voetpad af sla rechts af en loop over een lange grasbaan met aan de ene kant een brede sloot en aan de andere kant riet dat 2 meter hoog is. De grasbaan, drijfnat, is niet meer dan 2 meter breed. Een mooi plaatje: de schapen zo langs het hoge riet en ik weet dat op deze plek nooit een recreant zal komen. Ik voel mij heerlijk alleen zo met alle rust om mij heen.



Ik zet de schapen op de nieuwe nachtwei en loop zompend over de grasbaan weer terug. In de verte aan het begin van de rietkraag zie ik man een beetje heen en weer drentelen. Vreemd, want hier lopen nooit mensen. Hij loopt wat heen en weer en ik denk: “Hij is of zijn hond kwijt, of hij moet nodig kakken…” Ik kom dichter bij en ineens zie ik het, het is de heer met hoed die ik een half uur geleden gesproken heb.

Hij komt op mij af en zegt: “Ik ben toch wat vergeten te zeggen, ehhhh u bent herder. U houdt van beesten, van schapen en vast ook van de natuur, maar uhhh… houdt u ook van muziek?” De vraag overvalt mij een beetje en alhoewel ik geen muziekinstrument bespeel, zeg ik toch “Ja” . De heer met hond gaat verder met zijn betoog: “Ik speel klassieke muziek en momenteel leer ik een mega moeilijk stuk van wel 20 minuten lang en het heet Koyunbaba.” “OOO.” zeg ik quasi geïnteresseerd (beste bloglezer: ik ben opgegroeid met the Stones, Uriah Heep, Led Zeppelin en the Who, met klassieke muziek heb ik he-le-maal niets).

De heer met hoed vervolgt: “Koyunbaba is Turks en betekent: schaapsherder. Een geweldige Italiaanse componist, Carlo Dominiconi, heeft dit muziekstuk in 1985 gemaakt en voor het eerst gespeeld. Sindsdien wordt dit stuk door vele klassieke gitaargrootheden gespeeld, het is een meesterlijk stuk. Het bestaat uit vier delen en als je je ogen dicht doet dan waan je je in Turkije en zie je de kudde lopen in de vier seizoenen Je hoort het , je ziet het… je kunt het bijna ruiken.”

Zijn passie voor dit muziekstuk zie ik in zijn ogen en ik word blij van zulke gesprekken. “Je moet het vanavond maar even googlen: Koyunbaba en dan hoor je hoe mooi dat is, herder.” Beleefd antwoord ik: “Zo’n moeilijke naam onthoud ik nooit, maar… ik geef u mijn kaartje en misschien kunt u volgende week mij even een mailtje sturen.”

We nemen afscheid en met een glimlach kijk ik hem na, hij drentelt niet meer, ik zie hem met frisse wandelpas in de verte verdwijnen, zijn hond naast hem en ik denk: “Hij moest blijkbaar toch niet kakken…. Zou hij toch enkel teruggekomen zijn om dit verhaal van de Koyunbaba aan mij te vertellen?”

Laat in de middag kom ik pas thuis en ben deze passage eigenlijk al vergeten, want tja vele recreanten hebben in het verleden wel eens gezegd: “Joh, ik mail het wel even, die foto of die site etc.” en meestal komt er niets van.

Ik open mijn mailbox en? Een uitgebreide mail van de meneer met hoed. Ik krijg veel info over het muziekstuk Koyunbaba (de schaapsherder) en onderaan de mail heeft hij een mp3 toegevoegd. Ik open dit bestand, sluit mijn ogen en luister voor het eerst in mijn leven bewust naar klassieke gitaarmuziek. De titel heeft mij natuurlijk getriggerd, ik ben nieuwsgierig, maar… er gebeurt iets met me…. de muziek vind ik heel bijzonder. Het raakt mij!
Ik speel het dit weekend verschillende keren af en het inspireert mij om deze muziek misschien in de toekomst te gaan gebruiken als ik verhalen vertel.

Aanbeveling voor bloglezer: als u nog even tijd heeft, luister maar even:

Gespeeld door Antigoni Goni, een gitariste die dat zeer ingetogen doet. Speel dit af en sluit je ogen….

Heer met hoed, dank u wel voor onze ontmoeting!

groet van koyunbaba Lex

Lex makkelijker te volgen!

Beste bloglezers,

Ik heb een knop toegevoegd om het volgen van dit blog makkelijker te maken. Ik heb een knop op deze pagina toegevoegd die u een mailtje zal sturen als er een nieuw bericht is geplaatst.

Hoe gaat het in zijn werk?
– vul uw emailadres in bij “volg ons blog via email”

– klik op “submit”

– dan opent een nieuw venster, waarin staat uitgelegd dat u graag dit blog wil volgen en dan typt u de verificatiecode over (u weet wel: die lastig te lezen letters).

– klik op “complete….”

– vervolgens gaat u naar uw mailbox en klikt u op de link dat u dit blog echt wilt volgen (mocht u de net verzonden email niet in uw inbox krijgen, kijk dan in uw spambox).

Zo wordt u via de mail op de hoogte gehouden van de verhalen van Lex!

Je suis Charlie

Ik heb lang getwijfeld of ik dit wel zou moeten plaatsen op het blog, het lopen met een kudde is voor mij bijna altijd “rozengeur en maneschijn”, maar vandaag niet. Dit keer geen glimlach.

Al dagen volg ik ontwikkelingen in Parijs en de wereld. De kranten staan er vol van, de radio en vooral de tv laat bizarre beelden zien. De avonden worden gevuld met mannen in pak met stropdassen. Er wordt gepraat, heel veel gepraat, maar weinig gezegd. Een van de weinigen die echt iets zegt is de burgemeester van Rotterdam.

Meer dan 3 miljoen mensen lopen mee in demonstraties in Frankrijk. Ook in Nederland zijn demonstraties. Als blijk van medeleven, ter ondersteuning, maar ook als protest lopen mensen mee. Ik heb nog nooit in een demonstratie meegelopen. Ik voel mij niet prettig in de massa en toch wil ik mijn grote zorg, maar ook mijn medeleven uiten. Iedereen doet dat op zijn eigen manier: mensen demonstreren, gaan bidden, praten erover of zingen erover. Ik schrijf een verhaaltje voor mijn blog…..

Het is koud en het stormt. Mijn hond Kita kan door de storm de commando’s niet horen en ik stuur hem aan met lichaamstaal en gebaren. Rond koffietijd ga ik op mijn kruk zitten, neem een bakkie en ik mijmer. Ik probeer de sombere gedachtes om te zetten in positieve gedachtes, want daarom ben ik vandaag naar de kudde gekomen…

Mijn gedachten gaan naar de zomervakantie van 2 jaar terug. Ik heb toen de Mont Ventoux met de fiets beklommen. Wel een mooie ervaring, maar de drukte en het circus eromheen trekt mij niet echt. De laatste drie kilometers fiets je boven de boomgrens. Het is een soort maanlandschap, ruig en grillig: alleen maar stenen. Twee kilometer voor de top is in deze ruigheid een monument neergezet ter nagedachtenis aan Tom Simpson (wielrenner) op deze plek gestorven door doping op 13 juli 1967 tijdens een Tour de France rit.
Ik passeer het monument kijkt er vluchtig naar, het zweet stroomt van mijn gezicht, mijn bovenbenen ontploffen bijna en ik word angstig van mijn eigen gehijg. Op het moment dat ik zijwaarts naar rechts naar het monument kijk, zie ik 50 meter verderop een kleine kudde schapen lopen. Hoe bizar! Geen grasplukje te bekennen en toch leven de schapen hier.

Lager naar het dal toe is wel meer te eten, maar de temperatuur is daar in de zomer te hoog voor de dieren.

Ik haal vermoeid de top, laat een foto door een toerist van mij maken bij het bordje Mont Ventoux 1910 m hoogte. Ik eet en drink wat en ga aan een gevaarlijke afdaling beginnen. Thuisgekomen op de camping vraagt mijn vrouw: “En? Gehaald? “Ja, tuurlijk,” zeg ik vermoeid. “Hoe was het?”vraagt ze verder. En ik antwoord: “Twéé kilometer voor de top heb ik een kudde schapen gezien, bizar…” Ik sluit mijn ogen en val in slaap. ‘s Avonds bij het eten zeg ik tegen mijn vrouw: “Morgen ga ik weer, maar dan met hond Kita, ik ga lopend.”

De looptocht duurt 4 uur en het is warm, nergens een beekje of stroompje. De Mont Ventoux bestaat uit poreus gesteente, dus al het regenwater zakt tientallen meters naar beneden. Het is een wijngebied maar het benodigde water moet opgepompt worden. Hond Kita drinkt mijn halve fles water leeg. Eén kilometer voor de top zie ik enkele schapen lopen en verderop nog wat. Ik geeft Kita een commando en zij brengt de schapen rustig bij elkaar. Als herder is dit een prachtige ervaring. Elke herder wil zich ontwikkelen, “wil hogerop” denk ik dan, en nu ben ik op 1900 m hoogte met m’n hond en schapen! Wat een ervaring!

Mijn gedachten dwalen af naar andere gebeurtenissen in Frankrijk, een land waar ik veel ben. Ik denk aan mijn Franse vriend Christophe, hij heeft 3 jaar geleden een pup van mijn hond Kita gekregen. We hebben veel contact. Hij woont en werkt in de buurt van Parijs en automatisch zijn mijn gedachten weer bij de ellende van Parijs. Ik heb Christophe direct na de aanslag op Charlie Hebdo een mail gestuurd, binnen een uur kreeg ik een antwoord, kort samengevat: la PEUR, la PEUR!! (de ANGST, de ANGST!!).

Terneergeslagen kijk ik om mij heen, de storm is gaan liggen en ik denk: “Hoe reageren dieren op zulke dramatische gebeurtenissen? Zouden ze er iets van mee krijgen?” Ik weet wel dat paarden gevoelens van mensen kunnen “spiegelen” en ik weet dat een hond de gemoedstoestand van zijn of haar baas aan kan voelen.
Er zijn meer dieren dan mensen op de wereld. Stel dat alle dieren zich zouden kunnen uiten? Zouden zij zich dan ook afzetten tegen de afschuwelijke gebeurtenissen in Parijs? Natuurlijk, het is een utopie, maar ik denk er toch aan…..Het is een rare, vreemde gedachte… Ik schud mijn hoofd en ik ben weer bij de werkelijkheid. De kudde is verspreid over het land, maar naast mij staat één schaap, natuurlijk nummer 39, de leider van de kudde, met achter hem natuurlijk enkele volgers.

Ik heb een speciale band met nummer 39. Het is het enige schaap dat mij opzoekt, als ik rust wil, of als ik iets te vertellen heb tegen een voorbijganger, of… als ik in mij zelf mompel of, zoals nu, nu ik het niet meer weet…
Soms denk ik wel eens: “Hij begrijpt mij” en ik maak een foto van hem:

Watertrappelen

Dit keer loop ik niet met mijn “eigen” (Vockestaert) kudde, maar ik loop met de Westlandse kudde, gevraagd door herder Pieter. Pieter, mijn leermeester, vriend en collega herder heeft circa 60 ooien staan bij de “De bonte Haas” aan de Zweth in Wateringen (grens gemeente Westland en gemeente Midden-Delfland).

De schapen moeten verplaatst worden van Wateringen naar de Wollebrand in Honselersdijk. De route gaat voor een groot gedeelte over brede fietspaden, aan beide kanten brede vaarten, dus weinig of geen verkeer. “Appeltje–eitje” denk ik.

We zijn met z’n drieën. Herder Pieter met hond Brit voorop, dan de 60 schapen en daarachter vrijwilligster Helene en ikzelf met maatje Kita . Alle drie zijn we opvallend getooid met reflector hesjes. De stroom gaat van de netten af (waar de schapen achter staan), de netten worden geopend en de kudde zoekt zijn weg naar de vrijheid. De dames hebben er goed zin in en we moeten stevig doorlopen.
Qua beleving is dit verplaatsen niet te vergelijken met het lopen met de kudde in Midden-Delfland. In Midden Delfland ben ik aan het “kuieren” en hier ben ik op mijn leeftijd met een heuse “speedmars” bezig. Het zweet staat op mijn rug en de handschoenen gaan uit.

Op het eerste stuk weg (doodlopend) hebben we nog met een automobiliste te maken met een kort lontje. De schapen lopen over de hele breedte van de weg, dat is het veiligste, maar dat betekent wel dat een aankomende fietser of scooter even moeten wachten, totdat de kudde is gepasseerd.
Komen ze van de achteren dan moeten ze iets langer wachten en dat geldt natuurlijk ook voor auto’s. We proberen dan binnen 5 min een zijweg te zoeken, waar we dan eventjes de kudde parkeren zodat de auto verder kan.

Deze automobiliste vindt dit blijkbaar veel te lang duren en heft haar armen in de auto ten hemel! Tja… een gesprek is niet mogelijk en… laat maar. Kort lontje. We gaan verder, steken de lange Watering over, lopen langs/door de tuin van George Jansen (sorry George, maar die begonia deed het toch niet zo goed meer), langs het gemaal en we komen in de buurt van de Wollebrand. We lopen evenwijdig aan de Bloemenroute, veel verkeer op de Bloemenroute, getoeter en opgestoken handen. Leuk!!

Aan de voorkant zie ik een scooter aan komen, achter de kudde is een wachtende racefietser, onze aandacht gaan naar deze weggebruikers, de honden drijven de schapen naar de zijkant om ruimte te maken voor het verkeer. Plotseling zie ik Pieter, die altijd voorop loopt, aan de achterkant van de kudde!

Hij ligt op de grond, zijn buik en armen bengelen boven de vaart. De vaart wordt aan beide kanten gevormd door hoge damwandprofielen, dus er is nergens een graskant. Het water ligt ruim lager, met andere woorden de “oever” is meer dan een meter hoog!
Eerst denk ik dat Pieter gevallen is (doet hij wel meer, als de schapen te veel druk zetten), maar dit keer is dat niet zo. In zijn oplettendheid (Pieter heeft HTS gedaan, kon dus vroeger ook al goed leren) heeft Pieter gezien dat er een schaap van de kade door zijn mede-schapen in het water geduwd is!

Hij probeert met al zijn energie het schaap boven water te houden. Snel gooi ik mijn staf en herdershoed neer in het gras en werp mij op de grond. Met mijn heupen op het ijzeren damwandprofiel (lekker hoor als je heup-artrose hebt…) graai ik met mijn handen naar het schaap dat beneden in het water ligt. Wat is een meter dan diep!

“Pak zijn linkerpoot” sist Pieter, terwijl hij verwoede pogingen doet om het rechterpootje van het schaap te pakken. Inmiddels is de schapenvacht vol gezogen met water. Met vereende krachten halen we met z’n tweeën het hevig geschrokken schaap op de kant. Nahijgend (ik hoeft vanavond niet meer naar de sportschool) zie ik een flits de kudde al verder op het pad. Helene, de fietser, de scooterrijder en de twee honden kijken ons met grote ogen aan… en ik zie ze denken… “Wat een helden!!!”

Geen tijd voor euforie of applaus, ik overweeg snel of het schaap nog mond-op-mond-beademing nodig heeft, maar dat is niet het geval. Het natte schaap zoekt in sneltreinvaart kudde op en vindt daar bescherming en veiligheid. We vervolgen onze weg en de kudde komt veilig in de Wollebrand aan.

Gelukkig is het goed afgelopen. Door het snel reageren van herder Pieter waren we nog net op tijd, maar Pieter was te laat geweest als het arme schaap niet had gedaan wat hij de eerste minuten in het water moest doen namelijk:

watertrappelen!!!!



Berusten

Het is 3 januari 2015 en voor mij de eerste dag in het nieuwe “schapenjaar”.
Net een paar graden boven nul, een gure wind en de regen geselen mijn gezicht, mijn handen zijn ijskoud. Mijn handschoenen zijn niet waterdicht en dat resulteert in een onaangenaam gevoel.
Ik zie geen sterveling buiten in de polder. Ja oké, een verdwaalde hondenbezitter: handen in zijn zakken, hoofd omlaag en boos kijkend naar zijn viervoeter, want het duurt natuurlijk veel te lang.

In de polders waar ik loop zijn geen bushokjes, geen viaducten, geen huizen of schuren om te schuilen, dus… “gelaten” neem ik het weer zoals het komt.

Ik mijmer wat, observeer de kudde en stel mijzelf de volgende vraag: “Hoe komt het nu dat wij zo vaak met het weer bezig zijn?” Elk uur horen we de weersverwachtingen op de radio, op de tv zenders worden de nieuwsuitzendingen afgesloten met “het weer” en Piet P. is hierdoor zelfs een bekende Nederlander geworden.
Tegenwoordig raadplegen we zelfs sites en apps over het weer. “Buienradar” is voor menigeen een begrip geworden. “Informatievoorziening” spreek ik mijzelf toe. Dat doe ik wel eens meer als er niemand in de polder is. In het begin dacht ik: misschien moet ik het er met mijn huisarts eens over hebben, dat in mijzelf praten. Maar ach, zolang schapen en hond het niet als storend ervaren, denk ik dat ik het maar zo laat.
Terug naar de buienradar: het is inmiddels méér dan informatievoorziening!!! Wij mensen zijn zover gezonken dat we ‘s ochtends na buienrader gezien te hebben, besluiten om ‘s avonds niet naar buiten te gaan want “Buienradar” zegt… Wij laten ons dus leiden/sturen door een app! Nogmaals, bloglezers…. Een “appje” bepaalt tegenwoordig voor veel mensen, wat we wel of niet gaan doen.

Ik kijk naar de kudde en zie geen enkele stress bij de dieren, ze staan met de kont in de harde wind, het plenst en het regenwater stroomt over de vette vacht naar de grond, de ondergrond is zompig en hun pootjes zakken vijf, zes centimeter in de bodem. En toch… wat een rust, geen stress, geen gezeur, ze grazen wat of herkauwen.
Natuurlijk heeft het weer invloed op dieren, maar bij schapen zie je altijd dat ze het weer gewoon accepteren. Ze “berusten” er in.

Vind ik wel een mooi woord “berusten”, daar zit het woord: RUST in. De kudde is RUSTig en blijft RUSTig. Waarom? Ze hebben geen andere keuze, het is nu eenmaal zo. En wij mensen? Wij hebben of maken altijd keuzes. Wij maken altijd vergelijkingen. We hebben pak weg tien dagen in het jaar “mooi” weer en verder is het altijd te koud, te nat, te heet of te veel wind, het is altijd wat.
Als we het weer accepteren zoals het komt en er in berusten, dan zou dat veel minder stress, geklaag en gemopper opleveren. Kijk maar naar de schapen.

Hond Kita kijkt mij aan en wil zeggen: “Hou eens op met dat gepraat in jezelf, zullen we nu een stukje gaan lopen?” En ja, het wordt weer eens tijd om de benen te strekken, ik geef mijn vriend een commando en zij regelt verder dat de kudde ook de benen, uuuhh, poten strekt en we gaan op pad.
Tot slot zeg ik nog tegen mijzelf: “Slecht weer bestaat niet, slechte kleding wel”. En ik neem me voor om toch eens te gaan kijken bij Bever of er waterdichte handschoenen bestaan.

Voor alle bloglezers en mijzelf wil ik het volgende toewensen:
Heel veel gezondheid voor het nieuwe jaar en… Voor wat betreft het weer in 2015, maar ook voor al die kleine onbelangrijke dingetjes als een kapotte printer, een vlek op je broek/jurk, een lekke band, de vuilnisbak vergeten buiten te zetten, een deukje in je auto, even geen bereik voor telefoon of iPad… doe en denk net als de schapen… berust er in.

foto: Jeannemieke Hectors