dit jaar worden er twee wandelweken georganiseerd.
28 april t/m 4 mei.
13 okt. t/m 19 okt.
Gewoon buiten, is buitengewoon.
Verhalen van de herder
dit jaar worden er twee wandelweken georganiseerd.
28 april t/m 4 mei.
13 okt. t/m 19 okt.
Je hebt vrienden en kennissen. Wanneer is iemand echt je vriend?
Een vriend is iemand die voor je klaar staat, die je helpt, waar jij je verhaal bij kwijt kunt, iemand die naar je luistert. Een vriend laat ook van tijd tot merken dat JIJ belangrijk bent, dat JIJ er mag zijn zoals je bent.
Dat geldt voor mensen. Niet echt voor dieren, toch? Of….?
Het is een rustige doordeweekse dag. Ik rij met mijn bus in de ochtend over de Zouteveensweg naar de kudde. De Zouteveensweg is een prachtige weg kronkelend door het polderlandschap van Midden-Delfland. Op het moment dat ik de Vroonweerse weg (een wandel-/fietspad) passeer, kijk ik heel snel even naar links.
Rood/wit paaltje
Ik zie een rood/wit paaltje in het midden van het fietspad staan. Ik rem en kijk over mijn schouder of dit inderdaad waar is. Nu zijn rood/witte paaltjes aan het begin van het fietspad een normaal beeld in de polder, maar dit keer niet. Zie het blogverhaal “de paarse krokodil” (over de weggehaalde rood/witte paaltjes aan het begin en aan het einde van het lange fietspad).
Ik parkeer mijn auto, haal mijn honden eruit en we gaan op verkenning. En ja hoor, een nieuw (oud?) paaltje in het midden van het fietspad. Zouden de ambtenaren mijn blogverhaal gelezen hebben? Of is dit puur toeval?
Ik loop het fietspad verder af want ik ben wel erg benieuwd of dat ene rood-witte paaltje halverwege er nog is. Ik zie niets meer staan. “Dan zal het wel naar beneden geklapt zijn,” denk ik. Ik ga op onderzoek uit!
Aangekomen bij de plaats waar dit nieuwe paaltje neergezet was, zie ik helemaal niets meer. Alleen een vers stuk asfalt op de plaats waar dat paaltje gestaan heeft. Glimlachend loop ik weer terug naar mijn auto. Zou het echt komen door mijn blogverhaal??
Mijn glimlach verandert in een boos fronsend hoofd, want “wat kost dit herstel allemaal wel niet? Duizenden euro’s? Allemaal weggegooid geld! Als men even nagedacht had… Belachelijk dat dit kan gebeuren en niemand die er iets van zegt, niemand die ter verantwoording geroepen wordt. Dit verkwanselde geld had men beter kunnen gebruiken. Bijvoorbeeld aan een donatie aan de schaapskudde, zodat de schapen weer een winter te eten hebben.”
Ik kan er niets aan veranderen, ik heb er geen grip op, op deze nutteloze verspilling van gemeenschapsgeld. Ik laat het nu maar achter me en ga met de honden de kudde ophalen.
Televisie
We, de honden en ik, hebben vervolgens een prachtige dag gehad. Er was weinig volk in de polder, maar dat is ook wel eens lekker. Meer aandacht voor de honden en ik heb wat extra met ze geoefend. Af en toe train ik nu met twee honden tegelijk. Kita met de gebruikelijke Engelse commando’s en Spyk begeleid ik met commando’s in het Nederlands, zodat beide honden aan hun trekken komen. Oja, er kwam ook nog even een tv-ploeg langs voor een preview voor de lammetjesdag. Dit zou in de avond uitgezonden worden.
Aan het eind van de dag rijden we moe maar voldaan naar huis. De honden zijn schoon en droog gebleven en mogen ‘s avonds voor de gezelligheid de huiskamer in. De houtkachel is aan en de honden liggen uitgepierd voor de kachel. “Ik heb geen kind aan ze!”
Rond 22.00 uur zap ik even naar de regionale tv zender. En… ja hoor, ik zie de boerderij en boer Aad vertelt het verhaal van de lammetjes en alles wat erbij komt kijken. Beide honden horen het gemekker van de lammetjes en ze spitsen hun oren en kijken schuin omhoog naar de tv. Aan het einde van de uitzending zou ik zelf ook nog even in beeld komen om de lammetjesdag op 17 april (tweede Paasdag) aan te kondigen, want we hebben meer dan 250 lammetjes te laten zien.
Ik verschijn in beeld. Zodra ik begin te praten, schiet Spyk, mijn jongste hond, overeind en gaat zitten. Ze draait haar kop een beetje om mijn stem nog beter te horen. Na 3 zinnen loopt Spyk naar het tv-meubel. Ze zet haar voorpoten op het meubel en staat nu voor de tv. Ik stoot mijn vrouw zachtjes aan, die naast mij op de bank een boek leest. We kijken alle twee zonder iets te zeggen naar Spyk voor de tv.
De staart van Spyk gaat heen en weer van blijdschap. Aan het einde van de opname verhef ik mijn stem en enthousiast schreeuw ik de kijkers toe: “Allemaal komen Tweede Paasdag!” En op dat moment…….begint Spyk de tv te likken!
Kijk, dat is nu echte VRIENDSCHAP.
Kent u de Vroonweerseweg? Dat is een prachtige weg, eigenlijke een weggetje, het begint ergens bij Holy en eindigt bij de Woudweg vlak voor het viaduct over de nieuwe verlengde A4.
Het is een weggetje van een paar km lang. Halverwege kruist dit weggetje de drukke Breeweg. De Breeweg was vroeger de sluiproute van Vlaardingen naar Schipluiden en vice versa.
De Vroonweerseweg is een kronkelend asfaltweggetje dwars door het mooie recreatiegebied van Midden-Delfland. Ik loop er heel vaak met de kudde overheen, als ik de opdracht krijg om het gebied van Holy te gaan begrazen.
Het is eigenlijk de enige toegangsweg voor de kudde. Ja, natuurlijk, ik kan ook over de Woudweg naar Holly toe, maar dat is een weg waar regelmatig auto’s, vrachtwagens en tractoren overheen rijden. En tja… zo’n kudde, met al die grazende dieren, die regelmatig wat gras uit de berm wil eten, dat houdt wel op.
Soms vind ik dat wel eens leuk, zeker als de kudde groot is: 400 dieren achter elkaar over de Woudweg. Maar voordat de automobilisten met korte lontjes beginnen te stuiteren, te toeteren of uit hun oren beginnen te roken, steek ik met een brede glimlach mijn duim in de hoogte en maak ik met lichaamstaal duidelijk dat het maar “eventjes” duurt. De adrenalinewaarde van de bestuurder zakt dan meestal wel en gelaten blijft men in een sukkeldrafje achter de kudde aan rijden. Regelmatig zie ik dan daarna dat de automobilist dan maar zijn telefoon pakt en een filmpje of foto maakt van de voortschrijdende kudde. Leuk! Zorg ik er toch maar voor dat ze nog een mooie dag hebben.
Maar, ik moet het niet te gek maken, ik neem dus praktisch altijd de Vroonweerseweg, want dat is namelijk een wandel-/fietspad.
Rood-witte paal
Zo’n asfalt wandel-/fietspad is vaak goed herkenbaar want aan het begin en aan het einde van zo’n pad staat dan een rood/wit paaltje in het wegdek. Deze paaltjes voorkomen dus dat deze paden bereden worden door auto’s.
De wandelaars en fietsers herkennen deze paaltjes direct en weten dat ze op deze paden veilig zijn voor het snelle verkeer, wat hier niet kan en mag komen.
Tot zover niets aan de hand, maar… wat is nu aan de hand? Ergens op een gemeentehuis, of een provinciehuis zit ergens op de 4de verdieping een werkgroep, bestaande uit 4 tot 6 ambtenaren. De werkgroep bepaalt de verkeersveiligheid in het recreatiegebied van Midden-Delfland. De heer Bakema en de heer Veenstra hebben de verantwoording voor de rood/witte paaltjes in dit gebied. Een belangrijke taak, want de veiligheid staat voorop!
Maar nu heeft deze afdeling, zoals zo vele afdelingen, de opdracht gekregen om te bezuinigingen. Zo ook deze twee collega’s. De kosten voor het plaatsen en onderhouden van deze paaltjes lopen in de duizenden euro’s. Bakema en Veenstra hebben het geweldige idee gekregen om 50 % te gaan bezuinigen op de paaltjes. Wat is het plan? De paaltjes die aan het begin én aan het einde van de weg staan, worden weggehaald en slecht één paal wordt geplaatst precies in het midden van de lange weg. Dit is dus inderdaad een bezuiniging van 50 %. Tot zover alleen maar hulde voor dit initiatief.
Praktijk
Elke automobilist die aan het begin van een weg een rood-witte paal ziet staan denkt: “Hé, een rood-witte paal: hier kan/mag ik niet in. Laat ik maar door rijden.”
Maar nu is bij het begin van de weg de rood-witte paal weggehaald. De automobilist ziet geen paal, ziet wel een asfaltweggetje en denkt: “Leuk, een weggetje door de polder. Laat ik die eens nemen.”
Na verloop van tijd, komt de automobilist op dat weggetje een rood-witte paal tegen en denkt: “Holy schapenkeutels, dat is ook levensgevaarlijk. Wie zet hier nu midden op een weg een rood-witte paal neer?” Hij remt gelukkig net op tijd. Staat stil en overziet de situatie.
Hij denkt: “Achteruit de hele weg terugrijden is te link, de polderweg is te smal. Omdraaien en door het weiland? Is te link. Het gras is vaak drassig, kans op een vastloper!”
Er is maar één oplossing… De automobilist schat de situatie nog eens in. Zet de versnelling in zijn één en geeft gas, rakelings langs het paaltje, twee wielen een beetje over de grasrand en… vervolgt zijn weg. Nu maar hopen dat er aan het einde van de polderweg niet nog eens een rood/wit paaltje staat. Met samengeknepen billen rijdt hij de Vroonweerseweg verder af en komt uit bij de Woudweg.
Gelukkig! Geen paaltje en hij denkt: “Ze zijn zeker aan het bezuinigen?”
Bewijs
Nu denkt u misschien dat dit weer een verhaaltje is?
Nee, het is echt waar. Ik loop er nu meer dan 2 maanden regelmatig langs. Ik snap het niet. De hond snapt het niet en de schapen snappen het ook niet. Ik heb wat belletjes gepleegd en uiteindelijk krijg ik een woordvoerster van de heer Bakema en Veenstra te spreken. Het heeft inderdaad waarschijnlijk met bezuinigingen te maken. Ik heb nog enkele kritische vragen gesteld maar mevrouw lachte (schaapachtig) en gaf aan dat dit voor een eenvoudige herder een moeilijke materie is en dat er echt goed is over nagedacht.
Ik loop maar weer verder met mijn kudde, langs het bewuste paaltje. Ach… de schapen vinden het nu wel prima zo, nu kunnen af en toe hun rug schuren aan dat paaltje. Maar mijn hond heeft er niets aan, want het is een teefje, dus ze plast er niet tegen. En ik… Ik denk er het mijne van: “Bezuinigingen?……misschien, of zou het toch met die paarse krokodil te maken hebben?”
Je weet, ik heb twee border collies: Kita en haar dochter Spyk. Ik was net voor oud en nieuw in Frankrijk bij mijn vriend Christophe en zijn vrouw Isabelle. Ik wandelde met de honden in een bos, dat we niet kenden.
Het meest verschrikkelijke gebeurde: Spyk kwam niet terug. Of ze nu een spoor had gevonden, met iemand was mee gegaan of dat het meest verschrikkelijke was gebeurd… Feit was dat ik jagers had horen schieten en Spyk niet terug kwam. De dagen er op zochten we, floten we, riepen we… Geen Spyk.
We reisden door naar de Morvan met een zeer zwaar gemoed…
Starend in het haardvuur dwalen mijn gedachten af naar Spyk. Spyk mijn maatje, border collie met gebruiksaanwijzing. Dagenlang hebben we gezocht, maar we moesten dus vertrekken zonder haar…
Plotseling gaat dan mijn telefoon. Ik neem op en ik krijg een geëmotioneerde vrouwenstem te horen. Het is Isabelle, de vrouw van Christophe: “Lex, nous avons trouvé Spykie, elle est ici!!!”
Ik kan haar haast niet geloven, Spyk is gevonden!
Echt?
Ik vraag het haar nog een keer. Ik banjer heen en weer door de kamer en met horten en stoten hoor ik het hele verhaal aan.
Een mevrouw had in het grote bos een hondje gezien zonder baas en heeft toen besloten om het maar mee naar huis te nemen. Ze heeft het hondje vertroeteld en ze had het gevoel dat het hondje heel gelukkig was bij dit nieuwe baasje. Totdat ze een Animal Alert kreeg over een vermiste hond. Ze had toen maar besloten om Spyk toch maar bij Christophe en Isabelle te brengen.
De schoonvader van Christophe heeft op de terugweg naar de Morvan Spyk meegenomen en bij ons afgezet, maar voordat het zover was, mocht Spyk nog een nachtje bij de familie blijven. De Franse familie is helemaal gek op Spyk. Spyk is overladen met hondenkoekjes, Spyk mocht op de bank liggen en ‘s avonds mocht Spyk zelfs op het voeteneinde van het bed liggen! Dus… tja, een beetje verpest is Spyk nu wel.
Maar dat is allemaal niet zo belangrijk. Dat wordt wel “recht getrokken”! Het belangrijkste is dat ik Spykie weer bij mij heb. En de herders kunnen dan wel zeggen: “Doe weg joh, dat beest, daar heb je niets aan.” Nee, dat doe ik niet. Ik volg mijn hart, niet mijn verstand.
Ik heb de juiste beslissing genomen!
Spyk dus. Een bordercollie met tja, hoe zal ik het noemen? Gebruiksaanwijzing? Ze wil maar al te graag, ze wil ècht voor me werken. Ze is alleen gek op alles: grassprieten, vogels, muizen… Iedere andere herder zou haar “afschaffen”. Ik niet. Ik heb me aangepast en het gaat supergoed.
Het vreemde grote bos
Vlak voor oud en nieuw liep ik met Spyk in een eindeloos bos ergens 40 km onder Parijs. Nee, niet in de Morvan, want dat is voor ons bekend. Spyk en ik waren in dit bos nog nooit geweest. Spyk rent door de bossen… Ik hoor in de verte geweer knallen… “Jagers” denk ik! Ik zie Spyk nergens… ik roep… ik fluit… ik roep nog een keer, ik fluit nu minuten lang… ik begin te SCHREEUWEN…“Spykie…. Spyyyyyyykie!!!”
Weg?
Ik zoek, fluit, schreeuw…. Een hele dag lang… “SPYK, KOM DAN! … ETEN!!”
De volgende dag zie ik Spyk niet, de dag erop ook niet, na vijf dagen heb ik Spyk nog steeds niet gezien….
Het is de dag voor oud en nieuw. Ik ben in het huis van mijn Franse vriend Christophe, waar ik enkele dagen te gast bent. Zijn familieleden komen binnen met tassen en koffers. Zij zullen oud en nieuw bij Christophe vieren en blijven ook overnachten.
De stemming is uitbundig maar slaat om als men op de hoogte gebracht wordt over de vermissing van Spyk. Ik ken de familie goed, we hebben heel regelmatig contact. De familieleden leven met ons mee, want zij kennen Spyk ook goed.
Afscheid
Aan het eind van de middag nemen we bedrukt afscheid, want ik voel wel aan (en zo hebben we ook afgesproken) dat er nu geen plaats voor ons is. We stappen in de auto en gaan verder naar de Morvan, onze tweede vakantiebestemming.
Kita ligt aan de voeten van mijn vrouw. We hebben Spyk niet meer gevonden. We hebben de vermissing gemeld bij twee dierenartsen, de politie is op de hoogte, de boswachter en zelfs de burgemeester is ingeschakeld.
Christophe heeft posters gemaakt van Spyk en gaat deze morgen ophangen bij de diverse ingangen van het grote bos. Verder is er een app van Animal Alert/ vermissing huisdieren verstuurd. Wat hadden we nog meer kunnen doen? We spreken af dat Christophe elke dag de dierenartsen benadert en zodra hij nieuws heeft, zal hij ons bellen.
Morvan
Onze autorit duurt ruim drie uur. Het is een stille, lange, zware rit. Ieder in zijn/haar eigen gedachten. Aankomend in de Morvan worden we hartelijk ontvangen door onze zoon, schoondochter en… ons kleinkind. Dat zijn natuurlijk mooie momenten en er is afleiding, maar toch na het avondeten volg ik niet meer het familiegesprek.
Mijn gedachten dwalen af naar Spyk. Zal ik haar ooit nog eens zien? Wat is er gebeurd? De jagers? Dwaalt ze nog steeds door het bos? Of is ze door iemand meegenomen? Ze is wel een “allemansvriendje”…
Ik tuur in de vlammen van het houtvuur…
Je hebt twee soorten honden, namelijk de bordercollies en… andere honden.
De bordercollie:
– leergierig
– wil altijd pleasen
– intelligent
– scherp reagerend
– levendig
– actief
De bordercollie kan men weer onderverdelen in: een showlijn en een werklijn.
Showlijn: deze bordercollies worden gefokt op het juiste uiterlijk.
Werklijn: het werkkarakter is bepalend.
Het ligt voor de hand dat de schaapsherder werkt met honden uit de laatste categorie.
De herder wil een hond die onvoorwaardelijk de commando’s van hem opvolgt, waar hij goed mee kan samenwerken. Kortom, het werk bij de schapen is belangrijk en het uiterlijk van de hond is van minder of geen belang.
Zo heeft mijn oudste hond Kita, inmiddels 9 jaar oud één hangoor en ze is veel te klein voor een gewone bordercollie, maar ja, ze wil 24 uur per dag werken! Altijd gefocust op de schapen. Ik ben er erg blij mee. Is ze beste hond van alle honden? Nee… Maar ik wil haar met geen andere hond ruilen, voor mij is ze de beste.
Minpuntje van Kita is dat is op grote afstanden soms te weinig “druk” zet op de schapen, waardoor de schapen het wel goed vinden en hun eigen dingen blijven doen. Dat los ik dan wel weer samen op met Kita, want uiteindelijk ben je een “team”.
SAMEN klaar je de klus! SAMEN ben je aan het werk. De opvolger zou dan eigenlijk precies Kita moeten zijn, maar dan wel met iets meer “druk zetten”.
De opvolger
Spyk is de opvolger van Kita, het is een pup van Kita. Kita kreeg 5 pups in haar laatste nestje, als fokker heb ik dan de eerste keus: welke pup hou ik achter?
Ik wil een pup die wat meer druk kan zetten, maar ja dat weet de herder pas na een jaar, als de jonge hond bij de kudde gaat werken. Ik kies een pup uit, die in het nest dominant aanwezig is.
Spyk is inmiddels bijna 3 jaar. Het is nu een jong volwassen hond en wil graag aan het werk gezet worden. Ze wil graag pleasen, luistert goed, is bijzonder aanhankelijk en ligt ‘s avonds (als ze niet nat en vies is) aan mijn voeten. In de auto legt ze haar kop naast mijn rechtervoet naast het gaspedaal en af en toe komt ze overeind, legt haar kop op mijn bovenbeen en kijkt mij aan “Baas, zijn we er al?”.
Ze gaat maar wat graag mee met de auto. Één commando “auto” en ze staat al bij de auto om er in te springen. Eenmaal bij de kudde, is ze enthousiast. Ze vindt alles leuk en interessant, echt een jonge hond.
Ze rent naar de slootkant om naar een fuut te kijken, dan rent ze snel naar een molshoop en begint te graven. Even later is ze op zoek naar een veldmuisje en warempel… ze vangt muizen! Dan ziet ze weer een koppel zwanen met jong, ze sluipt er naar toe en staat muisstil in de aanvalshouding als moeder zwaan begint te blazen. Zelfs bewegende grassprieten zijn bijzonder interessant voor Spyk. Wat een levendige hond! Alles vindt ze leuk, behalve… schapen!!!
Ze kijkt ze niet aan, ze heeft er niets mee en wil het liefst de andere kant op.
Menig hondeneigenaar zal daar blij mee zijn, maar als schaapsherder heb ik nu toch wel een probleem waar ik eigenlijk al twee jaar mee bezig ben.
Één groot voordeel: Spyk wil graag bij mij zijn en wil graag voor mij werken, ze wil opdrachten uitvoeren.
Dus, ik kan er nu wel mee werken. Ik krijg de kudde waar ik wil en de kudde stopt waar ik wil. Kortom, ik kan mijn werk als herder uitvoeren, maar zodra de opdracht klaar is, weet Spyk niet hoe snel ze weer naar de muizen, mollen, futen, zwanen, bewegende grassprieten etc. moet rennen.
Doe maar weg!
Menig herder heeft mij het laatste jaar zien “werken” met Spyk en vaak zei men hoofdschuddend: “Dat is niks, opruimen dat beest en opnieuw beginnen met een pup of koop een nieuwe opgeleide hond, als je hem gelijk in wil zetten.” De professionals hebben gelijk. Wat heb ik aan een hond die niets met schapen heeft?
Maar ja…… ze is zó op mij gericht, ze is zo aanhankelijk, het is zo verschrikkelijk lief beessie… Al een jaar lang loop ik met gedachte rond om een derde hond te nemen en Spyk als huishond te houden. Tegelijkertijd blijf ik Spyk trainen bij de kudde. Het is nu “andersom werken”: normaal moet de hond zich aanpassen aan de baas, maar nu pas ik mij aan de hond aan. En nu, na een jaar hard werken samen, kan ik met Spyk met een grote kudde werken. Het is heel anders dan met moeder Kita, maar we zijn een goed team!
Ik neem Spyk maar zo als ze is en ik moet er maar mee “dealen”.
Maar heb ik wel de juiste beslissing genomen?
Volgende keer schrijf ik verder…
Het is december en ik loop alleen in de polder, nou ja alleen? Ik loop natuurlijk met m’n kudde, 140 drachtige schapen en m’n maatje hond Kita. Het is zo’n dag dat er weinig gebeurt in de polder. Beetje miezerig, paar graden boven nul, weinig volk in de polder. Geen bezoekers, geen passanten….
Alle tijd om eens rustig om mij heen te kijken en de natuur in mij op te nemen. Ik zit doodstil op mijn krukje en kijk om mij heen. Ik zie een torenvalkje “biddend” in de lucht, twee meter voor mij zie ik een veldmuisje in het gras scharrelen. In de slootkant staat dit keer niet de blauwe reiger die veel te zien is in Midden-Delfland, maar het is de grote witte reiger, zijn eigenlijke naam is “zilverreiger”. De kleine witte (zilver)reiger” is af en toe ook te zien, maar vandaag houdt hij zich schuil.
Een van de mooiste vogels in dit gebied zweeft boven een verder gelegen geriefbosje. Het is de buizerd, een mooie roofvogel, niet door elke Midden-Delfandliefhebber geliefd, want de buizerd is en blijft, naast de vos, één van de natuurlijke vijanden van de weidevogel.
En ik zie natuurlijk honderden watervogels: waterhoentjes, diverse eenden- en ganzensoorten, de aalscholver met zijn wijd uitgeklapte vleugels zittend boven op een paalhek.
De kudde is gegroepeerd en wil het weideperceel verlaten, maar… op de dam heb ik Kita afgelegd. Snel pak ik mijn telefoon en ik maak een kort filmpje.
Kita is de natuurlijke barricade. De schapen hebben ontzag voor de hond en durven niet verder te gaan. Schapen zijn vluchtdieren. In de natuur zijn ze schichtig, bang. Ze zoeken nooit het gevaar op, maar proberen altijd een “uitweg” te vinden.
Dit nu wetende, vraag ik u om naar het volgende filmpje te kijken, het duurt 1.40 min. en… er gebeurt bijna niets! Oersaai, maar juist dat er niets gebeurt is zo bijzonder. Kijk naar het filmpje van de twee vijanden!
Ik vind het heel bijzonder, ik hoop u ook.
Twee vijanden, tegenover elkaar, elkaar aftasten, zwart en wit, ander ras, andere taal, andere gewoontes… Schaap zoekt toenadering, argwanend… Hond accepteert, laat het gebeuren, wil liever rennen, misschien wel happen, maar krijgt geen commando van de herder, dus blijft ze roerloos liggen. Hond hoort enkel fluisterend… pssst…. (betekent: “kom hier”!) hond reageert en gaat weer “af”… schaap zoekt hond weer op voor toenadering.
Er is respect en beide dieren verdragen elkaar. Het zullen nooit vriendjes worden, daar zijn de verschillen te groot voor, maar… er is verdraagzaamheid.
Misschien toch een mooi voorbeeld voor de grote mensenwereld….
En daarom spreek ik nu, met de naderende Kerst de wens uit:
Hopelijk worden de korte lontjes wat minder kort, dat we elkaar, met alle verschillen en andere denkwijzen, andere gedachtes elkaar toch proberen te verdragen, te accepteren.
We hoeven geen vriendjes te worden, maar het wordt dan wel wat aangenamer in de grote mensenwereld.
Nogmaals namens Kita en de schapen: een vrolijke en fijne Kerst.
In het voorjaar heb ik er al een verhaal overgeschreven, de educatielessen bij de schaapskudde. Vroeg in ochtend belde Lucia, coördinator van de educatielessen bij de schaapskudde, mij op met de mededeling dat de les niet doorging. De juffrouw van groep 8 (mede gestimuleerd door enkele zeurende app ouders) had haar gebeld dat het gras nat was en er misschien regen werd verwacht, dus de kinderen kwamen niet!
Ik wilde boos en geïrriteerd reageren maar Lucia was enkel de “slecht nieuwsbrenger”. Gelaten nam ik bericht ter kennisgeving aan en nam mij voor dat deze juffrouw van groep 8 never nooit meer een educatieles van mij zou krijgen…
Het is zomer 2016, nog twee weken en dan is het zomervakantie. Ik loop te genieten in de polder met de kudde. Ik word gebeld, het is Lucia: “Lex, die groep die in het voorjaar heeft afgebeld, vraagt om een herkansing, wanneer kan jij?”
Ik: “Ehhh, tjaa,… volgende week dinsdag… dan heb ik geen groep bij de kudde…” En terwijl ik mijzelf dit hoor zeggen, vloek ik in mij zelf: “Herder, je bent een eikel, een lafaard! Zeg gewoon dat je geen tijd hebt!”
Lucia:”Oke, fijn, dan plan ik deze groep nog even in vlak voor de zomervakantie. Doei!”
Ik heb mij voorgenomen om niet rancuneus te zijn. Ik ga er gewoon een leuke les van maken.
De kinderen kunnen er tenslotte ook niets aan doen dat zo gepamperd worden door de juf en enkele pamper-ouders.
Ik sta om 9.00 uur in de ochtend voor de boerderij te wachten. Er verschijnen enkele wolken voor de zon. Ik kijk over het lange boerenpad dat leidt naar de Woudweg. Ik kijk naar links en in de verte zie ik het viaduct over de verlengde A4. De lucht betrekt…
Eindelijk, daar over het viaduct zie ik een groep kinderen op de fiets aankomen. Ik volg de groep. De groep slaat rechts af en fietst nu het boerenpad op. Voorop, waarschijnlijk de juf met een reflectorhesje over haar jasje, gevolgd door de kids met enkele hulpouders. Zouden dit de app/ pamper-ouders zijn?
Inmiddels is de lucht pikzwart gekleurd… De groep komt het parkeerterrein op. De fietsen worden gestald, de kinderen springen enthousiast in het rond, ze kunnen niet wachten en vinden het spannend, 400 schapen!!!
De juffrouw, op trendy enkellaarsjes (ik had per mail geadviseerd: neem laarzen mee…) komt naar mij en geeft mij een hand. Ik: “Welkom, leuk dat jullie er zijn!”
En op dat moment begint het te regenen…! Een uur lang! Met een big smile geef ik deze les en ik denk: “Toeval bestaat niet, dit is GERECHTIGHEID.
Het begrip “kantoor” is bij een ieder bekend. Het is een werkplek. De mensen die op “kantoor” werken, werken altijd binnen en meestal hebben zij een eigen plek (heb ik niet zo veel mee).
Een nieuwe variant hierop is het “kantoor met flexplekken”. Dat is een kantoor met alleen maar lege bureaus, netjes, zonder rommel en papieren, maar… geen eigen sfeertje, geen fotolijstjes, alles clean…
Meneer of mevrouw komt aan om 8.05 uur met bak koffie en legt laptop op bureau, plugt in en hup… werken maar.
Klaar? Uitpluggen, laptop meenemen en natuurlijk: lege koffiebeker mag niet op bureau, dus ook meenemen. Schoon, leeg bureau kan gebruikt worden door de volgende (parttime?) werknemer.
Het zal best prettig werken zijn…? (heb ik he-le-maal niets mee)
Het komt ook voor dat werknemers of ZZP-ers maar voor een bepaalde tijd een kantoorplek nodig hebben. Dan is een kantoor te huur per uur of bijvoorbeeld voor een dag (vind ik aardig, want even een dagje op kantoor en de andere dagen lekker naar buiten).
Maar het mooiste is toch….
Een ander kantoor spreekt mij meer aan en dat is het “kantoor aan huis”. Gewoon lekker ‘s ochtends met je joggingbroek aan met een bak thee of koffie achter je laptop, muziekje op de achtergrond, tussendoor geef je je vrouw een knuffel of je geeft die kleine een schone luier. Lekker in huiselijke
sferen je werk doen. Dit heeft ook nadelen. Vrouw lief heeft een sociale meeting op de tennisbaan dus… Omdat je dan toch thuis bent kan je ook wel eventjes de planten water geven, de vaatwasser leegruimen en een wasje op 40 graden draaien… (vind ik aardig, maar… tja, dat wasje hé…).
De reactie hierop is het “Buitenkantoor”
Dat is de blokhut achter in de tuin. De tuinmeubelen, de fietsen en de glijbaan gaan onder het afdakje of naar de stort en de blokhut wordt ingericht als kantoor met… met een bureau, stoel en een computer. Op het bureau een stapel belangrijke papieren, een blocknoot, een balpen én… een fotolijstje met een foto van het gezin, kleinkinderen of… misschien de geliefde gezinshond (vind ik tot nu toe het beste “kantoor”, maar… er is nog een beter kantoor!.. snel…lees verder!).
Wat heeft dit alles nu met de schaapskudde te maken?
Wel, sinds enige tijd heb ik ook een kantoor. Ja de eerste jaren liep ik als herder alleen maar met de kudde. Ik hoefde mij nergens druk om te maken. Ik hoefde nergens over te denken of mee te denken. Het enige dat ik had was mijn hondje en de kudde schapen. Daar had ik mijn handen vol aan.
Maar de laatste jaren word ik meer betrokken bij het wel en wee van de kudde.
Prangende vragen moeten beantwoord worden…
Dit laatste is een item waar ik de laatste dagen veel over nadenk op mijn
werkplek.
Even een korte toelichting:
Billy is een markant schaap, groot, stevig… eigenlijk te stevig (heeft obesitas, haar naam is Billy Turf, logisch toch?) leuk om haar er bij te hebben, ze is het enige schaap (Hampshire down schaap) dat geen staart heeft, heeft dikke poten, maar kan het tempo van de kudde niet aan.
Billy
Ik heb het maanden geprobeerd met Billy, maar het lukt niet, het is te zwaar voor haar. Wat nu?
Zegt u het maar:
Allerlei vraagstukken dus waar ik goed over na moeten denken. Dat kan niet als ik aan het lopen ben met de kudde, dan moet ik uiterst alert zijn:
Het herder zijn vraagt veel. Eén onoplettendheid kan al dodelijk zijn. En toch moet ik nadenken…
De oplossing is het…
Ik moet de kudde ergens parkeren en dan moet ik een eigen plek hebben om na te denken! Sinds kort heb ik eindelijk een kantoor in de polder. Ik heb er lang om moeten vragen, maar het bestuur van Vockestaert is om. Nou ja… om? Ik moet wel voor de eigen inventaris zorgen. Het is een heel gesjouw, want ik neem dan alle spullen van het kantoor steeds mee als ik op stap ga. Het is dus eigenlijk een mobiel polderkantoor. Dat heeft grote voordelen, want ik zet mijn kantoor ergens op een plek waar ik niet gestoord kan worden, meestal ergens in een rietkant van een poldersloot, meer dan 100 m weg van een fiets of wandelpad.
Mijn jas vormt de vloerbedekking. De herdersstaf wordt tijdelijk kapstok. En de rugtas zorgt voor ondersteuning. Ja… Ondersteuning van het hoofd! Want dat moet ik er wel bij zeggen, ik neem wel een speciale werkhouding aan.
Ik laat mij inspireren door de lucht, met name de vormen van de wolken. Ik parkeer de kudde op een weiland met een smalle toegang, zodat hond Kita de kudde gemakkelijk onder controle heeft.
Ik begeef mij op de vloerbedekking (jas) en mijn hoofd vlei ik tegen de rugtas en ik denk… ik denk… ik denk… “Wat zal ik met Billy doen?”
Wat vindt u?
Uw reactie is welkom op [email protected]