Een knipoog

Het is dinsdag, de dag na de drukke lammetjesdag.
750 bezoekers op de boerderij, allemaal geïnteresseerd in de schaapskudde. Prachtig dat wij (circa 15 vrijwilligers) ons verhaal kunnen vertellen. Maar nu in alle vroegte, ga ik he-le-maal alleen op pad met de kudde.

Ook weer lekker, even de natuur in… de stilte… de rust…

Kita haalt de kudde op, we lopen over de dam bij de boerderij en we komen in het recreatiegebied. Dit gebied bestaat uit onverharde voetpaden, geasfalteerde fietspaden en weilanden. Evenwijdig aan de fietspaden loopt een brede greppel mee. Amper 15 cm diep ongeveer 50 cm breed en begroeid met gras. Je moet het weten… als je er langs fietst valt het amper op. Die greppel gaat een belangrijke rol spelen in dit blogverhaal.

We lopen een stukje over het fietspad en de kudde doet zich te goed aan het verse gras. We kuieren van het ene weiland naar het andere weiland.

Ter info:
De fiets -en voetpaden kronkelen door het landschap van Midden Delfland. Ik loop in een recreatiegebied met een agrarisch karakter. De Zuidrand van Midden Delfland. Dit gebied circa 300 ha groot, wordt beheerd door de agrarische natuurvereniging Vockestaert. Zij zorgt voor het beheer en het onderhoud van dit gebied. Eén van de taken is het kort houden van de grasgebieden. Dat valt niet altijd mee, de zompige veengrond, de diverse poelen in dit gebied, de ruigtes, bloemrijkgrasland en… hier en daar de greppels langs de fietspaden, zorgen ervoor dat het voor de maaimachines niet altijd even makkelijk is om te maaien. In 2009 heeft de vereniging, als try-out, besloten om het maaien zoveel mogelijk te vervangen door… een schaapskudde. Anno 2016 is het plaatje van de schaapskudde van Vockestaert amper meer weg te denken uit dit gebied van Midden Delfland.

Terug naar het blogverhaal.
Wij hebben een nieuwkomer bij de kudde. Een markant, groot, robuust schaap. Wij hebben dit dier cadeau gekregen. Het stond alleen op een veldje, want haar maatje was overleden. Ik moet wel even wennen aan dit schaap. Ze is zo anders dan alle andere schapen. In mijn ogen eigenlijk veel te dik voor een Heideschaap. Het schaap heeft in mijn ogen zwaar obesitas en kan volgens mij niet echt grote afstanden lopen. Maar… we zien wel. We gaan op stap. In mijn gedachten heb ik haar al een naam gegeven…”Billy”… ja Billy Turf noem ik haar (een favoriet stripfiguur van mij, uit de jaren zestig).

De lammetjes lopen vandaag voor het eerst mee, dus het wordt te zwaar om de hele dag op pad te zijn. Vroeg in de middag besluit ik om terug te gaan. Om tijd en afstand te winnen wil ik met de kudde niet via het fietspad terug lopen, maar ik wil met de kudde schuin afsteken over enkele weilanden. Ik ga zelf voorop met de leider 007 en stuur de twee honden naar achteren om de achterblijvers te laten aansluiten bij de kudde. Genietend van de rust in de polder loop ik over de weilanden richting de boerderij. Ik kijk over mijn schouder naar achteren en ik zie dat de kudde al op het weiland loopt en rustig allemaal in dezelfde richting loopt, achter de leider aan.

Maar… één schaap blijft op het fietspad staan. Vreemd… want het gat met het één na laatste schaap is al 50 meter. Ik kijk het even aan, dit schaap kijkt wel naar de kudde, maar volgt niet… Vreemd. Ik stuur Kita naar achteren, met de opdracht: “Ga die eigenwijze maar even ophalen.” Kita sprint naar achteren en loopt voorzichtig om het laatste schaap heen en weer. Maar het schaap maakt geen aanstalten om aan te sluiten. Vervolgens stuur ik de M.E. er op af (mijn tweede hond Spyk, zie vorig blogverhaal). Ze rent naar het laatste schaap, springt, cirkelt, nipt, daagt uit, ze doet van alles, maar… het schaap blijft gewoon op het fietspad wat heen en weer lopen, de honden probeert ze te ontwijken, maar aansluiten bij de kudde… ho maar.

Met enige ergernis loop ik dan zelf ook maar naar achteren. “Die honden moeten gewoon hun werk doen, verdorie…”

Ik kom bij het laatste schaap en loop inmiddels ook op het fietspad. En warempel, het is Billy, het is de nieuwkomer Billy Turf. Samen met mijn twee honden zetten we druk op Billy, met mijn herdersstok prik ik Billy (ehh, voor de partij van de dieren: ik toucheer). Mijn honden moedig ik aan en ze dartelen om Billy heen. Maar Billy loopt, met enige stress, alle kanten op onder zoveel druk, maar ze blijft op het fietspad.

Wat blijkt… Billy wil best graag aansluiten bij de kudde, maar dan moet ze van het fietspad af en… daar ligt een greppeltje, 15 cm diep, 50 cm breed, begroeid met gras, je moet het weten anders zie je het niet eens. Maar deze greppel is voor dit dier een te grote obstakel. ZE KAN HET NIET, ZE DURFT HET NIET!

Ineens heb ik een flashback. Dit doet mij denken aan mijn vorige leven, toen ik nog docent L.O. was (gymleraar) ik heb eens een leerling (14 jaar) gehad met obesitas, laten we hem Leen Z. noemen. Hij kon in de gymles eigenlijk niets, ja… met voetballen stond hij op doel, zijn lichaam nam de helft van het doel in, dus die ballen kwamen er niet in. Ik prees hem de hemel in, want elk mens, elke leerling, heeft zijn eigen specifieke kwaliteiten.
Ik had een klik met hem, nee… wij hadden een klik, het was wederzijds… ik kreeg van hem het vertrouwen en Leen kwam meestal met plezier, op deze nieuwe school, naar de gymles toe.

Een paar keer paar jaar, vlak voor de raportvergadering gaf ik de Coopertest. Zoveel mogelijk rondjes lopen op een atletiekbaan in twaalf minuten. Zes rondjes levert het cijfer zes op . Leen kwam voor de les schoorvoetend naar mij toe: “Mees,… dat haal ik nooit!” “Leen, doe je best, dan komt het goed!” was het enige wat ik tegen hem zei. Leen liep minder dan 3 rondjes en werd diverse keren ingehaald door zijn klasgenoten.

Na het omkleden kregen de leerlingen hun behaalde cijfer te horen. Een enkele puber behaalde een acht of een negen, maar de meesten hadden gegokt op zes rondjes en kregen dus een zes. Tot slot kreeg Leen Z. zijn cijfer te horen… het was een zeven. Leen zei niets, maar gaf mij snel een knipoog.
Wat volgde was een grotesk protest van alle zessen-halers: “Belachelijk, hoe kan dat? Slaat nergens op! Die dikke loopt 3 rondjes….” Ik verhief mijn stem, “Als jullie met dezelfde inzet als die Dikke hadden gelopen, hadden jullie een negen kunnen halen.” Verontwaardigd verlieten de leerlingen het sportveld. Mijn collegae hebben dit niet altijd in dank afgenomen (was niet volgens de normen) maar ik had er een goed gevoel over. Leen Z. ook. En misschien, wat later… de andere leerlingen toch ook wel…

Billy=Leen Z., Leen Z.=Billy.

Abrupt stop ik met prikken, ik stuur mijn honden weg en mompel in mijzelf: “Eikel, die je bent!”

In een drafje loop ik het weiland in, Billy achterlatend op het fietspad. Ik stuur Kita naar voren om de leider 007 te laten stoppen en om te laten draaien. Na vijf minuten is de hele kudde omgedraaid, 300 dieren lopen nu weer terug naar het fietspad… naar Billy. We gaan het fietspad op en we lopen nu over het fietspad naar de boerderij. Billy loopt nu rustig mee met de kudde. Ik open het hek bij de dam bij de boerderij. En alle schapen lopen een voor een over de dam. Halverwege zie ik Billy….

Ze loopt over de dam…
Ik kijk haar even aan en…
Ze geeft mij vlug een knipoog…
Denk ik.

Billy, foto: Jeannemieke Hectors

One thought on “Een knipoog”

Comments are closed.