Het is februari 2012.
Ik loop langs een waterpartij, in de buurt van Holy/Vlaardingen. Deze waterpartij wordt volgens Google maps De Zouteveense Plas genoemd, maar in de volksmond wordt deze plas ook wel de Olsthoorn Plas genoemd. Tja… wat is het nu?
Maar na wat gesnuffel op internet (ja, deze herder probeert mee te gaan met zijn tijd, maar het gaat hem soms wel eens te hard…) weet ik het volgende: op 29 mei 2001 is er bij de plas een bord onthuld met de naam Olsthoorn erop, dit als hommage aan dhr. Aad Olsthoorn, die jarenlang op deze plek een stal met vee heeft gehad. Dit was voor mijn tijd, ik loop pas vijf jaar in het gebied. De borden “Zouteveense Plas ”of “Olsthoorn Plas” ben ik helaas tot nu toe nog niet tegengekomen in de polder. Zijn de borden weggehaald? Is er protest geweest? Zijn er actiegroepen geweest? Ik weet het niet. Ik hoop niet dat ik met dit schrijven nu oude wonden openrijt.
Ik loop in ieder geval in de Holierhoekse polder, begrenst door de Vlaardingse Vaart, de Zweth en de Breeweg. De naam Holierhoek bestaat al langer. Op de kaart van Delfland van 1712 is deze naam al te zien.
Het vriest, de plas is bevroren, er zijn enkele banen geveegd, want het heeft behoorlijk gesneeuwd en er wordt geschaatst. Ik loop met de kudde langs de plas en geniet van het prachtige schouwspel, de besneeuwde grasvelden, golvende rietkragen, bevroren wateren met schaatsende kinderen, een echt oud Hollands tafereel.
Ik ben niet alleen, ik loop met drie jonge mensen, nog geen twintigers, schat ik en een man van begin vijftig. Het wordt een bijzondere middag waar ik nu 4 jaar later nog steeds regelmatig aan terugdenk.
Wat vooraf ging:
Begin januari 2012 word ik benaderd door Ludo, HBO-student en enthousiaste fanatieke sporter, ik ken hem vanuit de sportwereld, en hij stelt mij de volgende vraag: “Lex, kan ik een keer meelopen met de kudde, samen met mijn kameraad en zijn vader?”
De vraag overvalt mij, want wat moet een jongen van 19 jaar met zijn vriend nu bij een schaapskudde? Jongens van die leeftijd willen sporten, survivallen, stappen, biertjes drinken, festivals bezoeken, reizen naar andere continenten, achter de meiden aan… maar een middag achter schapen aanlopen????
Ludo: “Ja, ehh, Lex, dat wordt misschien een beetje moeilijk… kan het niet eerder?”
Ludo: “Ja, ehhh, de vader van mijn vriend, is een natuurliefhebber, maar ik weet niet of hij er dan nog is in de zomer… hij is ernstig ziek…”
Ik: “Tjee… ja dat is ook wat… dan moeten we maar snel voor de lammertijd een afspraak gaan maken.”
En zo komt het dat ik midden in de winter op stap ben met Ludo, zijn kameraad met zijn vader, laat ik hem de “Natuurman” noemen. Ik heb respect voor deze jonge gasten, toch mooi dat ze zoiets willen organiseren.
Ik heb mij niet voorbereid op een gesprek, ik laat het komen zoals het komt.
Het kan een diepgaand, misschien wel moeilijk gesprek worden, ik weet het niet… Ik ken de man niet… Wil hij praten? Is hij boos? Is hij berustend? Wil hij rust? Wil hij terugkijken? Heeft hij vragen?
Rond de middag zie ik ze aankomen, we hebben afgesproken bij de Olsthoorn Plas of …Zouteveense Plas (ach… what’s in a name..? in deze situatie)
We begroeten elkaar. We beginnen met koffie en pa heeft gevulde koeken meegenomen en ook nog zijn jongere dochter.
We zijn dus met z’n vijven. Geen diepgaande gesprekken, gewoon over koetjes en kalfjes, over het schaatsen, de zwanen, de ganzen en natuurlijk laat ik het een en ander zien wat de hond allemaal kan…
Na verloop van tijd staan de jongelui bij elkaar wat te kletsen over van alles en nog wat, kijkend naar de schaatsjeugd. Ik moet nog wat bij de schapen doen en ik zie dat pa, de Natuurman, wat afstand heeft genomen van de jeugd en hij kijkt rustig de andere kant op, zijn zicht op het weidse polderlandschap, dat er vredig, rustig en besneeuwd bij ligt. Even overweeg ik om naar hem toe te lopen, maar iets in mij zegt: “Laat maar even.”
Natuurman straalt rust uit, geen heen en weer geloop, hij staat daar… de vrieskou als vanzelfsprekend, accepterend, de ijzige wind schiet door zijn haren, zijn armen zijn gesloten voor zijn borst.
Na enige tijd is het tijd om afscheid te nemen. De jongelui komen joviaal gedag zeggen: “Herder, bedankt en succes met je hondje en je schapies…”
Als laatste komt pa, de Natuurman, naar mij toe, de jongelui lopen al verder richting het wandelpad.
“Wat zal ik zeggen, flitst het door mijn hoofd.” De situatie was er niet naar om een “dieper” gesprek met elkaar te hebben. “Wat zeg ik bij een afscheid tegen een vreemde, die ernstig ziek is en die ik eigenlijk niet of niet goed gesproken heb…?”
“Vond u het leuk?”
“Succes, hè?”
“Nou, het beste dan maar.”
Nee, nee natuurlijk niet, allemaal fout! Helemaal fout, denk ik…
Ehhh… “Ik wens hem gewoon sterkte!”…….. ja dat doe ik, denk ik…
Maar voordat ik iets kan zeggen zegt Natuurman het volgende al tegen mij:
“Herder, bedankt voor deze prachtige middag, dit geeft mij zoveel energie, vanaf nu ga ik niet meer kijken wat ik NIET meer kan doen, maar ik ga kijken naar wat ik nog WEL kan doen!”
“Mooie woorden” zeg ik zachtjes tegen hem… en ik wens hem sterkte de komende tijd…
Ik kijk hem na, ik zie hem, lopend door de sneeuw, geen handschoenen aan, een echt natuurmens, denk ik… met rugtas en lege thermoskan op zijn rug, zijn zoon en dochter volgend, die 50 meter voor hem uit lopen.
Ik vind het een bijzonder afscheid, …een mooi afscheid… misschien wel het mooiste afscheid wat ik heb meegemaakt bij de kudde…
De Natuurman… een vreemde voor mij, maar ook weer zo dichtbij…
Indrukwekkend! Prachtig verwoord
heel het verhaal is het lezen waard……goedzo HERDER
Namens Lex: dank jullie wel! ^JH