Beste lezer,
Op zomerreces, vakantie… Andere omgeving, geen verplichtingen, nieuwe ideeën, plannen en inspiratie opdoen voor nieuwe blogverhalen.
Ben even met vrouw en de honden op vakantie in Frankrijk geweest. We verbleven in een huisje, dichtbij bossen en meren van de Morvan, een prachtig natuurgebied. Prachtig weer, mooie wandelingen maken, ‘s avonds kampvuurtje met “du vin, du pain et du boursin”, wat wil een mens nog meer?
Uhhhh… een beetje bewegen? Juist, na ruim een week kwam een bevriende herder naar ons toe en zou een week op onze honden passen, want vrouw en ik besloten om naar Zuid-Frankrijk te gaan fietsen. Dat is een prachtige tocht geworden, pittige heuvels en later in de week via de “Via Rhona” (een prachtig afgescheiden fietspad van ruim 700 km lang) door het Rhonedal afgezakt naar Fontaine de la Vaucluse. Een goede sportvriend heeft daar een huis en we zijn daar zeer gastvrij ontvangen. Mooie tijd, maar… altijd 34 graden… pfff…
Marktje bezoeken hoort er dan ook bij, maar druk! 5x zoveel mensen als op de drukste avond van de braderie in Naaldwijk, wie verzint dit? Jengelende kinderen, zwetende vaders, naar lucht-happende honden (ze moesten mee… waarom???) en moeders die druk met elkaar overleggen over de prijs van een paar oude kandelaars die, wel duur, maar toch gekocht moesten worden, want dit was een buitenkansje op deze exclusieve brocante (thuis achterin de garage staan nog 2 dozen vol met die oude zooi, maar ja, niemand die daar aan denkt..)
Gastheer ziet mijn afnemende interesse en besluit om de rest van de middag een gevarieerde rondleiding te geven in de prachtige Vaucluse. Heerlijk! We sluiten af met een heerlijke bbq en plannen de terugreis.
De fiets vertoont kuren en gastheer stelt voor om mij bij de trein in
Avignon af te zetten. Later zou hij dan onze fietsen mee naar huis nemen. Een mooi voorstel. De volgende ochtend worden we vroeg afgezet bij de trein, de TGV (Tering Groot Voortuig… ik vind het nogal een platvloerse uitdrukking, maar goed, als die Fransen daar voor kiezen, wie ben ik?). We nemen hartelijk afscheid. We hebben genoten en nu zitten we lekker met een kop koffie en een croissant op het perron te wachten op de TGV, vertrek 8.50 uur. Uitstappen na 2 uur bij
le Creusot, ons eindpunt.
8.40 uur komt zo’n futuristisch ding binnen rijden, het is een komen en gaan. “Frankfurt” staat er op. “Niet de onze,” denken we. Het wordt 8.48 uur, toch maar even in ons beste Frans informeren. “Monsieur, le train de Creusot? Il n’arrive pas?” Het is inmiddels 8.49 uur… Conducteur: “Oui, c’est ici!” “Mais, c’est de trein naar Frankfurt,” stotter ik. Conducteur: “Oui, c’est le meme.”
Het 8.50 uur…. de trein naar Frankfurt trekt op en zal over 2 uur een hele korte stop maken bij het plaatsje le Creusot. Ik kijk de trein na en begin meer begrip voor de Fransen te krijgen waarom ze die trein: “TERING groot voertuig” hebben genoemd.
Wat rest is een ochtend wachten op een plastic stoel, ik lees een Franse krant die ik niet begrijp, het is nog steeds 34 graden en ik overweeg om dan toch maar met een kapotte fiets alsnog terug te fietsen. Vrouw leest inmiddels haar zesde boek en is de rust zelve.
Enfin het wordt 13.00 uur en uiteindelijk hebben we dan toch een plekje kunnen vinden in de volgende TGV. Het landschap schiet aan mij voorbij, ik zie de
Mont Ventoux, wijnvelden, olijfbomen, maisvelden, weilanden met koeien, maar… geen schapen.
Onwillekeurig denk ik aan vanavond, dan zie ik “ze” weer: Spyky en Kita, mijn maatjes, de honden.
De bevriende herder haalt ons bij het station op en ‘s avonds zijn we weer bij ons huisje. De begroeting is hartelijk en de honden zijn blij om mij te zien (dit is wederzijds). De dagen daarna zijn de honden de hele dag bij mij, maar de jongste, Spyk, reageert toch iets anders dan voorheen. Goed, ze is in deze periode loops geweest, maar… ik ben ook een week weggeweest. Zij moest optrekken met andere mensen, die ook weer border collies bij zich hadden.
Spyk wijkt deze dagen niet van mijn zijde en duldt niet dat andere honden bij mij komen….
‘s Ochtends bij het ontwaken begroet ze mij wel, maar het lijkt of het enthousiasme minder is dan voorheen… Ik maak wandelingen in het bos met haar, ik gooi bij ons huisje af en toe een tennisbal, die ze dan gretig ophaalt en voor mij neer legt, af en toe krijgt ze een extra stukje worst bij haar brokken en toch… ze is niet de oude…
Ik kom tot de conclusie dat ze eigenlijk gewoon aan het werk gezet moet worden! Tijd voor de schapen! Ik kijk naar Spyk, ze volgt geobsedeerd een vlinder…. “Nog een weekje, Spyk, nog even volhouden, dan mag je aan het werk, dan gaan we naar de schapen!”
En ik…? Het is hier prachtig: kampvuurtje, du vin, du pain et du boursin… ge-niet-en dus!
Maar ik begrijp Spyky wel…