Een gezegde dat veel gebruikt werd door mijn oma: een kind van zes jaar geef je niet direct een nieuwe fiets.
Spyck is inmiddels een jaar en ik wil nu regelmatig met haar trainen, want ze wordt straks de opvolgster van Kita. Het beste is om dan eerst met vijf schaapjes te beginnen op een klein veldje voordat ze echt met de grote kudde moet gaan werken.
Ik volg wat lesjes in Zoetermeer of ik rij naar de boerderij in Schiedam, maar ja dat is toch snel 50 km heen en terug en ik ben een hele ochtend kwijt. Ik zou dat wel een paar keer per week moeten doen, maar ja dat kost eigenlijk weer te veel tijd. Ik heb dus dichtbij een alternatief gezocht: de drie kippen in mijn achtertuin. De kippen vinden het prima om af en toe uit de ren te mogen en Spyck en Kita vinden het heerlijk om te werken. Mijn vrouw bekijkt dit gebeuren op een afstandje en vraagt glimlachend: “Waarom…….?”
“Oude fiets…” antwoord ik afwezig en ga door met de opleiding.
Nu wil het toeval dat een bevriende herder een extra stuk land zoekt voor zijn schapen. Mijn buurman, tuinder van beroep, heeft een stuk land achter zijn kassen dat braak ligt en hij heeft mij gevraagd of ik er niet een paar schapen op kan zetten. De bevriende herder blij, buurman de tuinder blij en ik blij want sinds enkele weken heb ik een trainingsveld vlak bij mijn huis, ideaal dus.
Het veldje ligt afgelegen, er woont enkel een ouder echtpaar aan het einde van laantje bij het schapenweitje. Het baasje is 86 jaar oud en elke dag verzorgt hij met passie zijn duizenden violen in een kasje. Gisteravond belt de oude baas en krijgt mijn vrouw aan de lijn. Nukkig doet hij kort zijn verhaal: “Ja, je man mot direct die zwarte klote kippu weghale want die kippu benne al mun viole aan ut op vrete.”
Mijn vrouw, totaal overdonderd, denkt in een flits: “Wat moet manlief nu met onze kippen daarbij die schapen…?” Ze stamelde: “Wij hebben alleen rode kippen.” “Niks mee te maken, die pleuris kippu motte weg.”
Goed, de ganzen zijn weg en de schapen staan aan de andere kant van het veld en weten: “Ganzen weg, dan komt het hondje naar ons toe en gaan we een stukje lopen.” Maar nee hoor, de schapen zien een herder met een visnet en een mega zak over zijn schouder over het land de andere kant op lopen richting de twee nieuwe bezoekers sinds een dag. Hond Spyck gaat links om, hond Kita maakt een halve cirkel naar rechts.
Schapen schudden hun kop, “Het moet niet gekker worden”
Ik loop rustig naar de kippen toe, maar jongens, jongens wat kunnen kippen rennen! Ik denk “Kita brengt ze rustig naar mij toe (zoals het thuis gaat) en de kippetjes lopen zo in mijn netje en klaar is Kees!
De schapen hebben de emmer in de stal omver gelopen en de emmer is leeg!!! “Donderju!” schreeuw ik boos. Gevolg: de honden gaan direct in de AF toestand. Enfin, nieuwe kip in de emmer, emmer op z’n kop en… de staldeur dicht! En weer op zoek naar kip nummer 1.
Na twintig minuten had ik dan uiteindelijk twee kippen in mijn zak, klaar….
Maar wat nu? Ik sluit de wei, zet beide honden aan een touwtje vast aan het hek en zeg: “Blijf!” Ik weet ‘t, het is eigenlijk overbodig, want ze zitten muurvast, maar dan weten de honden dat ik zo dadelijk weer terug kom.
“Was leuk baas, maar vandaag waren er wel heel veel oude fietsen!”
Kostelijk verhaal weer zeg. Als ik me ogen dicht doe zie ik het als het ware zo gebeuren.
Nu wil het zo wezen dat ik wel een buurman ken die verdacht veel lijkt op de hierboven beschreven persoon.
Groet de andere buurman 😉