Het is winter en ik loop op een zondagochtend al vroeg met de kudde in de polder, de handen in de zakken van mijn lange herdersjas en de kraag hoog opgestoken. Ik heb mijn thermolaarzen aan en mijn onafscheidelijke hoed op. Het weer heeft nauwelijks invloed op me.
In de verte zie ik een jonge vrouw met kindje aan komen wandelen. Ze zwaait gemoedelijk naar me en ik zwaai terug. Ze loopt van het wandelpad af en komt mij tegemoet door het zompige gras. Ze zegt dan tegen haar dochtertje van ongeveer 5 jaar: “Ga maar aan de herder vragen of je het hondje mag aaien.”
Natuurlijk vind ik dat goed want ik vind het altijd leuk als mensen belangstelling tonen voor de hond of de schapen. Er volgt een kort praatje en we nemen met een glimlach afscheid. “Dag herder…” “Dag mevrouw, een fijne zondag nog…”
4 jaar geleden ben ik begonnen als herder en heb toen al vrij snel bewust gekozen voor “herderskleding”: lange jas, hoed en herdersstaf. Duidelijk voor iedereen, geen twijfel mogelijk!
Het is inmiddels 10.30 uur en ik zet de schapen even achter de netten. Ik heb afgesproken met een paar nieuwe herders op de boerderij. We drinken koffie in de herdershut en we bespreken onze nieuwe plannen om na de lammertijd op de zondagen met de kudde te gaan lopen.
We krijgen dan duidelijk een publieksfunctie, een mooi plaatje in de polder… nostalgie en misschien wel het visitekaartje van Midden Delfland? Wie weet?
Na de vergadering springen we op de fiets om het gehele gebied te verkennen, want de nieuwe herders moeten wel weten waar wel en waar niet gelopen mag worden.
We fietsen door het gebied en ik zie verschillende keren recreanten om kijken en mij nastaren. Ik sta er op dat moment niet zo bij stil, maar het roept inderdaad een beetje een vreemd beeld op. Ik fiets daar op een mountainbike met een lange jas en hoed op en een paar honden voor mij uit. Dit keer geen glimlachende jonge vrouw, die mij toezwaait maar opengesperde monden en vragende ogen: “Wat doet die vent met zijn lange jas op een mountainbike? Of … is ie z’n schapen misschien kwijt?”
Oké, geen tijd om alles uit te leggen, we verkennen het hele gebied en in de middag nemen we afscheid van elkaar met het gevoel: dat wordt een mooie periode, we gaan ervoor! De rest van de middag loop ik weer alleen met de kudde en word menigmaal als herder aangesproken.
Het begint al te schemeren als ik bij mijn auto ben, de honden zijn vies en nat en gaan dus nu achter in de bus in de bench. Ik rij weg uit de polder en besef dat ik wel erg lang weggebleven ben op deze zondag. Ik bel vlug het thuisfront en zeg tegen vrouwlief: “Verrassing! Ik zorg voor het eten vanavond!”
Het is inmiddels warm in de auto en ik open de rits van mijn lange herdersjas. In Naaldwijk parkeer ik de bus en loop door de inmiddels donkere straten om ergens een pizza te scoren. Het is koud, mijn hoed diep over mijn ogen en mijn handen diep in mijn zakken van de open herdersjas. “Rits dicht, anders vat je kou,” zegt een stemmetje in mijn hoofd, “Joh, zeur niet, ben zo thuis,” denk ik terug. Ik kijk wat om mij heen en ik zie een vrouw op mij afkomen, maar ze steekt over.
Hè, verdorie, waar zat nou ook alweer die pizzaboer?
Toch maar even vragen, helaas niemand te zien. Ik sla rechts af en kom in een steegje, daar zie ik 2 meiden giechelen. Ik wil ze aanspreken, maar plotseling slaken zij een kreet en rennen weg. Ik snap er niets van. Gelukkig na 5 min vind ik die pizzaboer. Het is druk bij de balie, maar…. er staat niemand naast mij…. Met een pizzadoos stap ik iets later mijn auto in en laat de dag nog even passeren alvorens ik mijn vrouw verwen met een lauwe quattro formaggi.
“Vreemd,” denk ik, “Ik heb de hele dag dezelfde spijkerbroek, hoed en lange jas aangehad maar ik heb mij vandaag toch 3 keer anders gevoeld.”
Kleren maken de man… of toch niet?
foto: Jeannemieke Hectors
2 thoughts on “Kleren maken de man!”
je verhalen zijn echt leesbaar en je motivatie is super.
je verhalen zijn echt leesbaar en je motivatie is super.
Namens Lex: Dank je wel!