Ik krijg wel eens de vraag van een bloglezer: “Hoe verzin je toch telkens die verhalen?” Welnu ik moet de vragensteller teleurstellen, want ik verzin de verhalen niet! Elk verhaal is waar gebeurd, alleen de namen van de hoofdrolspelers zijn gefingeerd i.v.m. de privacy. Elke week gebeurt er wel iets bij de kudde of ik maak wel iets mee als herder bij een lezing of bij een demonstratie met vijf schapen en de hond.
Het is kersttijd, er is aan Vockestaert gevraagd of het mogelijk is om vijf schapen te leveren voor een kerstevenement in de stad. Boer Aad neemt dat op zich. De schapen die vooraan lopen in de kudde (vaak de makste schapen) worden vroeg in de ochtend in een trailer gezet en Aad brengt ze naar de stad.
De volgende ochtend geef ik een demo bij de boerderij. De groep van een computerbedrijf uit Sliedrecht, komt met een bus aan en ik zie de mensen uitstappen. Kraag omhoog en handen in de zakken. “O, o, daar gaan we weer!” denk ik. Ondanks eerdere adviezen en afspraken die ik gemaakt heb via de mail, zie ik dat bijna niemand extra laarzen of bergschoenen heeft meegenomen.
Wel ik kan u vertellen, dat als een groep van 20 personen tien minuten op het zompige gras staat te drentelen, dat het dan een grote baggerpoel wordt.
Aangekomen nemen we eerst even een bak koffie, even “aarden” en dan snel enthousiast aan de slag.
Contactpersoon vond het wel “leuk” als het schapenhoeden voor iedereen een verassing zou zijn. Dus niemand weet wat we gaan doen! Welnu ik kan u verzekeren dat niet iedereen dat “leuk” vindt, als men onverwachts met goede schoenen het weiland in moet. Een enkeling vraagt naar een alternatief: “Is er ook een beautycentrum…? Kunnen we ook een workshop pitriet-vlechten volgen…?”
Alle vragen moet ik met nee beantwoorden…
Ik ga enthousiast beginnen met mijn verhaal. Tja… Je moet er toch maar wat van maken, toch? De kern van mijn introductie is dat de hond afstamt van de wolf en dat de schapen als de dood zijn van wolven (dus ook van mijn hond!) en… schapen zijn vluchtdieren, bij de minste onraad zoeken ze elkaar op en gaan er vandoor (maar dat verloopt vandaag anders…).
Oké, de deelnemers luisteren aandachtig. En ik ga aan de slag met hond Kita. Het weiland is erg drassig, dus Kita kan moeilijk snelheid maken, maar… Ze heeft er ook géén zin in, dat is voor mij helemaal nieuw, ze is altijd gretig, maar vandaag is ze niet bij de les. En waarom? Ik weet het niet, geen idee, misschien te moe?
Snel improviseer ik en ga samen met de hond de schapen ophalen en dat gaat dan wel prima. Ik vertel het een en ander over de schapen en ik laat de bezoekers een parkoers lopen met de schapen, zonder hond.
De leider van de kudde wordt gelokt met biks zodat de rest kan volgen. Dat gaat redelijk goed, maar na een minuut of tien zie ik de schapen stilstaan, ze eten geen biks meer!!!! En… ze zijn niet vooruit te branden! Ik stuur de hond er nog een keer op af, maar de schapen vinden het allemaal wel best. En de hond? Die gaat gewoon bij de schapen liggen…
Dus snel de deelnemers achter de schapen gezet en gezegd: “Breng ze maar hier heen.”
Normaal gesproken lopen de schapen direct van de mensen af en als de deelnemers dan een “halve kom” achter de schapen maken, kunnen de schapen in alle rust bij de afgesproken plaats komen.
Maar nu???? De schapen doen he-le-maal niets!!!
“Rustig blijven lex, geen paniek, bedenk wat anders” Zeg ik tegen mijzelf, want ja, deze mensen komen wel om vermaakt te worden en spannende dingen te doen. Ik zie de mensen achter de schapen met hun armen zwaaien, maar nog steeds geen beweging. De schapen hebben op het kerstevent waarschijnlijk veel gegeten en veel mensen gezien, want ze vinden het allemaal wel best.
Als laatste redmiddel schreeuw ik tegen de mensen: “Duw ze maar aan” “Uhhh, hoe bedoelt u, meneer?” “Nou, gewoon, net als een auto met pech…” antwoord ik.
“Blijf achter de schapen en breng ze maar hier heen” en ja hoor, handen uit de mouwen, de groep gaat aan het werk! Een dame vraagt nog: “Mag ik die groene vlek achter op zijn rug aanraken? “
“Ja hoor, mevrouw, maar niet te hard, want die groene vlek betekent dat het schaap drachtig is”.
Wat volgt is een komisch tafereel: vijf, zes kantoorlieden op mooie schoenen duwen een paar drachtige schapen voort over de zompige veenlaag van Midden-Delfland. Daarachter nog enkele dames die zojuist te horen hadden gekregen van een collega: “Nee niet de groene verf aanraken, want die is nog nat…”
Uiteindelijk weet men de kudde al duwend bij de stal te krijgen. Er worden nog enkele vragen gesteld en we nemen afscheid. Ik kijk de groep nog even na. Met hun natte schoenen onder de bagger, stappen de mensen de bus in, op naar Sliedrecht.
De buschauffeur zal wel een uurtje later thuis zijn… een warm soppie over de busvloer zal wel nodig zijn…. Schappenstront in combinatie met veenbagger koekt snel aan…
Hilarisch enig. Daar had ik bij willen zijn.